Biekorf. Jaargang 80

Brief aan de Sluise houden cleedecopers
Juni 1391

Over wat ons rest aan archief van het ambacht van de oudkleerkopers te Brugge bracht A. Schouteet uitgebreid verslag in HandEmul. CVII (1970), blz. 45-87. Dit jaar waren immers, uit privé bezit, de Rekeningen van het kerkelijk gilde (1551-1639), gevestigd in de Salvatorkerk, aan het Stadsarchief overgedragen.

We kunnen hieronder, opnieuw uit privé bezit, een zeldzaam document voorstellen uit de XIVe eeuw (de bewaarde oorkonden dateren 1463, 1513, 1552, 1692, 1719). Het betreft een bevestiging van de macht van het Brugse ambacht (na 1323?) t.a.v. het Sluise; geeft bericht uit 1391 over het Brugse onafhankelijke ambacht van de pourpoint-stickers: borduurders van onderkledij voor harnassen; brengt vijf namen aan van leden tot nog niet bekend in de Brugse gilde van oudkleerkopers; en schrijft bovendien een zo voortreffelijk Nederlands, dat deze tekst aan Biekorf niet kon worden onthouden. Uitzender van de brief is duidelijk het overkoepelend Brugse Ambacht der Scheppers.

A. Dewitte

[p. 24]

Brugge. juni 1391

Onsen gheminde vrienden, burchmeesters, scepenen ende Raed van der Sluus: Burchmeesters, scepenen ende Raed van der stede van Brucghe, saluut.

Gheminde vrienden.

Voor ons zin comen de maenre ende die ghezworne van den houden cleedecopers in Brucghe, ende hebben ons ghetoocht hoe dat die sceppers van der Sluus daer maken cleederen van nieuwen of van houden lakene, omme die voort te vercopene, ende hanghense ooc te venten. Twelke es contrarie der vrijheden van den ambochte van den houden cleedecopers vorseid. Want die sceppers van der Sluus dat niet ne vermoghen, niet meer dan die sceppers te Brucghe, utegedaen pourpointstickers, twelke een ambocht es up hem zelven.

Ende omme onslieden hier of te informeirne van der warachtigheit, aenziende dat die ambochten van der Sluus sculdich zin gheregiert te zine na den ambochte van Brucghe, zo eist dat wij voor ons onboden hebben de maenre ende die ghezworne van den sceppers in Brucghe, ende met hemlieden ghesproken, omme te wetene of zij hierof ijet hebben in vrijheden.

De welke ons sonder fraude verclaerst hebben dat zij gheene cleederen sceppen of maken mueghen van houden of van nieuwen, om die voort te vercopene, noch te hanghene te venten, maer vermueghen alrande cleederen sceppene ende vermaken van nieuwen of van houden, die men hemlieden brinct te sceppene of te vermakene. Omme twelke wij, merkende ende aensiende, waert dat die sceppers van der Sluus dit souden mainteneren, dat vorseide ambocht van den houden cleedecopers alte grotelike daer bi vercranct ende verweect soude zin.

U, gheminde vrienden, versouken ende begheeren, met sonderlinger neerensticheit, dat ghi uwe porters sceppers ter Sluus zult [ontbreekt] ende indien hebt dat zij hemleden verdraghen worden te doene tgond dat vorseid es, maer laten hem ghenoughen met dat hemleden toebehoort, zonder te antierne tgoend datter vrijheit van den houden cleedecopers toebehoort. Ende int vesouken van den vorseiden sticken, zo wilt den maenre ende ghezworne van den houden cleedecopers in Brucghe assisteren in tiden ende in wilen, als zijs te doene sullen hebben, omme hemleden ende haren ambochte te behoudene dat zij sculdich zin te behoudene, hier in sulke neerenst doende, als wij te vullen in u betrauwen.

Gheminde vrienden, God zij met u Ende dit versochte Xristoffels Gaijmare als maenre, Daneel van Hoerden, Gillis Campioen, Wouter van Soetendale ende Jan de Wetere als vijnders, ende was int jaer .m.ccc. een ende tneghentich, in wedemaent.

Ende dese copie was ghescreven in der stede panpier van der Sluus, omme altoos in ghedinkenesse te houdene, alst ons ambocht zal hebben te doene.

Perkament, 22,7 × 31 cm (met slip), geen zegel, geen ondertekening; aanvangsletter O calligrafisch uitgetekend; op de rugzijde: den brijef vander scens vande scepers, 17e-eeuwse notitie.^*

* De Brugse oudkleerkopers maakten samen met de Coussceppers, de Lamwerckers, de Cultstijkers, de Wiltwerckers en de Grauwerckers deel uit van het Ambacht der Scheppers, dat nog in 1779 van een nieuwe (nog bewaarde) gildekamer op de Steenhouwersdijk werd voorzien.