In memoriam
Pastoor Frans Dewitte (1883-1979)
De oudste medewerker van Biekorf. Klein van gestalte. Vinnig Zelden in de aktualiteit. Steeds wroetend aan de basis: belerend, overtuigend, structurerend. Met een zeldzame zekerheid overtuigd dat de noden van de 19e eeuw, zowel voor Vlaanderen als voor het individu in Vlaanderen, zouden gekeerd worden.
Missionaris voor eigen volk. Oud-leerling van het Sint-Lodewijkscollege. Nergens bang voor. Met opzet aanvallend wat de traditie duurbaar had gemaakt: het gezag van de kastelen, de macht van het kapitaal binnen de beperkte steden. Niet doelend buiten de rij te staan van de 100 jaar West-Vlamingen, die tot het einde zijn boekenkast vulden: Guido Gezelle, Verriest, Caesar Gezette, Rodenbach, Streuvels, Verschaeve, André Demedts, goede vriend tot de laatste dagen toe, zelfs 3 titels van L. Huyse. En bovendien Vondel en J.A. Thym. Daarbuiten geen verleden, ook niet zijn vaderstad, wel De Psalmen van R.H. De Smet, Schriften van Dokter Lauwers (1858-1921), de colleges van G. Colle en natuurlijk De gheschiedenisse van de catievige scriftuere De Vlaamsche Vlagge (Lannoo, 1926).
Zijn eigen stijl was nerveus. Steeds uitdagend, als was hij weer conferentiemeester, die in de zaal de uitdaging beantwoord weet, en méér mag zeggen dan het voorbereidde schema toelaat. Opzettelijk West-Vlaams getint, wanneer het toneel betrof voor arbeiders, Vondeliaans in studententoneel, Noord-Nederlands af en toe, wanneer zijn tekst opinievormend of verontwaardigd moest zijn. Veelal veranderde hij van onderwerp midden zijn zin, zijn lezers dwingend het geheel te hernemen. Hij schreef als spreker, zodat zijn zinnen veelal onaf lijken, vooral ritmisch voortzetting verlangen. Alsof hij straks, morgen, verder zal praten; twee, drie luisteraars waren hem voldoende als klankbord.
Hij kende een heel oude dag. Alle vrienden gingen hem vóór in de dood, die hij koppig nooit schuwde. Hij had het zelfs verleerd in Emelgem naar buiten te kijken. Hij kende de dingen buiten: het spoor, een gekanaliseerde Leie, een technische school. De basis tot een droom van zijn generatie, die de tijd voorbij die dingen had voorzegd.
Zo keerde hij, welhaast 96 jaar, naar huis terug. Zonder krachten, tenzij de kracht van de Heer in wie hij gezalfd was. Zonder laudatio, want als weinigen wist hij de ijdelheid van de dingen.
A. Dewitte