Biekorf. Jaargang 78
(1978)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 214]
| |
Victor Ghiselin van Zandvoorde
| |
[pagina 215]
| |
Autograaf van V. Ghiselin op titelpagina van een editie uit 1547: Victor Ghiselin flander franconas / Leonardo Casimbrotio brugensi / civi in aeterne memoriae monumen / tum dono dabat Parisiis. Ipsis Idibus / septembris. - Victor Ghiselin, Vlaming uit het Brugse Vrije, schonk dit boek aan de Bruggeling Leonard Casembroodt in eeuwig aandenken.
Parijs, 13 sept., (1561-63). | |
[pagina 216]
| |
Dat 15 jaar een vroege leeftijd is om Artes te beginnen, wordt tegengesproken door de realiteit bij de overige studenten die aan 12-13 jaar Artes begonnen. Er dient dus hier een duidelijke reden achterhaald waarom Ghiselin niet op de normale leeftijd zijn studies begon. Bovendien lijkt het ons aannemelijker de studieperiode te Brugge vóór febr. 1554, datum waarop hij zich te Leuven inschreef, eerder onder A. Laurens als pedagoog te stellen, gezien deze schoolrector aan de St.-Donaasschool was tussen 1546-52 en (verplicht) inwonende scholieren meebracht naar de kapittelschool. Het lijkt ons aangewezen Ghiselin in de wachttijd na zijn behaald diploma in de Artes, 1556, en het voortzetten van zijn studies (ev. te Leuven ook in de Medicijnen) 1558, eerder te zien als submonitor bij Jan van Gheldere, die in de sHeer Gillis Dopstraat een huis als school afhuurde aan de kerkfabriek van St.-Donaas over de jaren 1548-79, dus blijkbaar in de beste verstandhouding met de kapittelschool stond, waar overigens zijn schoonbroer, François de Quesnoy, in 1553 de opvolger werd van A. Laurens. Wat Ghiselins studie nu van de Geneeskunde betreft: reeds in 1564 werd hij door Plantin als proeflezer aanvaard, wat hij twee jaar naéén zou doen. Hij herbegon daarna een zwervend bestaan dat toch eindigde met zijn door Lipsius bijgewoonde promotie in de Medicijnen te Dôle, in de lente van 1572. De gelegenheidsrede van Lipsius bij deze promotie had als thema: Wat brengt de mens meer nut, de jurisprudentie of de MedicijnenGa naar voetnoot(3). Nog eens twee jaar later vestigde Ghiselin zich te Brugge als medicus. Zelf praat hij over een afwezigheid uit Brugge van 18 jaar; 1574 is ook het jaar dat J. Lernout naar Brugge terugkeerde. In 1576 huwen zowel Lernout als Ghiselin, deze laatste 37 jaar oud, en blijkbaar op zijn ook intellectueel hoogtepunt, gezien o.m. zijn zo nauwe relatie met J. LipsiusGa naar voetnoot(4). Zonderling genoeg zullen zowel Lernout (over de jaren 1577-82) als Jan van Gheldere (de jaren 1578-79) Calvinistische functies uitoefenen binnen Brugge, zoals ook Dousa een belangrijk figuur in de opstand zal worden; Ghiselin niet. Bij Dousa's bezoek aan Brugge net voor de Calvinistische periode (dec. 1576) ontmoette hij naast Ghiselin: Mark Laurijn, Jan Lernout, Fr. de Maulde (van Oudenburg), Jacob Cruucke, Willem Pantin, Hubrecht Goltz, Frans Nans en Arnold Largius (?). Een tegenbezoek deed Ghiselin in sept. 1578, hierbij vergezeld door J. Lernout. In 1583 volgde een tweede bezoek, toen er sprake was Ghiselin te Leiden te benoemen, dit op duidelijke vraag van Lipsius. In de zomer 1585, na de verzoening met Spanje, heeft Ghiselin duidelijk alle academische ambities opgegeven en is hij uit Brugge, via Rouen, naar St.-Winoksbergen uitgeweken, waar hij stadsmedicus is, en waar zijn plotse dood in 1591 nauwelijks door Dousa nog zal worden opgemerkt. J. Lernout, die zijn nagelaten schriften erfde, toonde geen enkele haast daar iets van te publiceren. A. Dewitte |
|