Izegemse gilden in optocht
1845
‘Nooit heeft er, binnen Iseghem, een schooner en luisterlyker feest plaets gehad dan dit hetwelk aldaer, den 21 mei 1845, gevierd wierd, toen de baron Raphaël en barones Gilles de Pelichy bezit namen van hun voorouderlyk buitengoed, genoemd Het Blauwhuys. Van deze plechtige inhaling zou men een geheelen boek kunnen opmaken’... Zo noteerde in 1863 Kan. Tanghe in Parochieboek van Iseghem (p. 136).
Uit Den Vaderlander (Gent, 14 mei 1845) blijkt dat die feestviering luidruchtig werd aangekondigd. Het blad deelt mede, een week tevoren, welke groepen in de stoet zullen opstappen; het zijn:
de Vinkeniers, de Gaeyblazers, de Gaeybolders; de Timmerlieden, de Bakkers, de Borstelmakers, de Hoedenmakers, de Schoenmakersknechten, de Schoenmakers-bazen, de Garenkoopers en Garentwynders, de Lynwaedwevers, de Lynwaedkoopers, de Boekdrukkers, de Bosseniers. Een hoogtepunt vormen de Tobiassen, een groep die ter ere van de patroon van de baron ‘zijn verbeeldende op eenen praelwagen den engel Raphaël en den jongen Tobias met eenen visch op de schouders’.
Nog andere gilden of groepen zullen erbij zijn, verzekert het blad, onder andere een maatschappij van koorzangers. Het artikel besluit met een kreet van verbazing over zoveel gilden in het vlijtige, boze stadje.
J.H.