Beroemde mannen van West-Vlaanderen
Aansluitend bij Biekorf 1977, 127.
In 1839 werd door de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen een fonds gesticht voor de oprichting van monumenten ter ere van eigen historische beroemdheden. In verband daarmee verzocht gouverneur de Muelenaere de bestuursleden van de pas gestichte Société d'Emulation het nodige biografische materiaal daartoe bijeen te willen brengen.
Als een eerste antwoord op die vraag verscheen in 1843 te Brugge het eerste deel van de ‘Biographie des Hommes Remarquables de la Flandre Occidentale’, een boekdeel van 352 bladzijden. De vier stichters en bestuursleden van de Société (C. Carton, F. Vandeputte, J. De Mersseman, O. Delepierre) hebben zo haastig moeten doorwerken (zo schrijven ze in de Inleiding) dat hun werk nog grote leemten vertoont. De opzoekingen worden echter verder gezet, een Supplement brengt dan de aanvullingen. Dit Supplement zal ten slotte tot drie even grote delen (1844-1849) uitgroeien. En het ensemble Westvlaamse ‘Grote Mannen’ kon in 1846 in plastisch decor op de Markt te Brugge voorgesteld worden.
Met meer dan één lengte staat echter Oostvlaanderen voorop met die monumentendroom: dit punt werd al in het najaar van 1817 in het programma van de provinciale ‘Société de Statistique’ ingeschreven. In het verslag van het eerste jaar, in 1818, werd door baron de Keverberg, gouverneur van Oostvlaanderen en voorzitter van de Société, medegedeeld dat er heel wat documentatie was bijeengebracht voor het oprichten van de ‘monuments qu'il s'agit