[Nummer 1-2]
Rainer Maria Rilke te Veurne in 1906
Uit een aantal teksten blijkt dat de Duitse dichter Rainer Maria Rilke (o Praag 1875 † Valmont/Montreux 1926) met onze gewesten bekend was. Tussen 1905 en 1906 fungeerde hij te Parijs als secretaris van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin. Rilke zelf was in 1901 met een beeldhouwster gehuwd. Te Parijs heeft hij kennis gemaakt en vriendschap gesloten met Emile Verhaeren. Zulks blijkt aanleiding te hebben gegeven tot reizen en gastverblijven o.m. te Brugge, Diksmuide, Ieper, Oostduinkerke en Veurne. De neerslag daarvan is blijven voortleven in gedichten als Der Turm, Der Platz, Quai du Rosaire, Béguinage I & II e.a. geschreven in Parijs tussen 18 en 20 juli 1907, nagenoeg een jaar na zijn rondreis in Oost- en West-Vlaanderen die gedateerd wordt tussen 29 juli en 16 augustus 1906. Uit dezelfde periode stamt ook de reportage Furnes die op 1 augustus 1907 in het Berliner Tageblatt verschenen is. Deze tekst is niet alleen belangrijk als achtergrond-materiaal voor een beter begrip van zijn gedichten; het proza heeft ook een zekere historische waarde met betrekking tot Veurne en z'n boetprocessie. De laatste zondag van juli viel dat jaar op 29 juli, en het is goed mogelijk dat Rilke al vanaf de zaterdag ter plaatse was, dus vanaf de 28e, datum ook door sommige biografen vooropgesteld. Uit zijn opstel over Veurne kan men trouwens afleiden dat hij vóór de ommegang van de boetprocessie nog even de tijd heeft gehad om in de stad wat rond te flaneren. Het kan natuurlijk ook een reconstructie zijn van indrukken achteraf, want hij bleef er nog tot 2 augustus. De tekst zelf behoeft weinig commentaar. Wel kan een accuraat historicus Rilke misschien op een paar onnauwkeurigheden betrappen, maar ze zijn zeker niet dramatisch. Om zijn rijke impressies ook voor een duitsonkundig lezer toegankelijk te maken, laten we hierna onze vertaling van Furnes volgen.
G. Gyselen