In memoriam Kanunnik Coolen
Op zondag 30 mei overleed te Sint-Omaars op 91-jarige leeftijd kanunnik Georges Coolen, secretaris-generaal van de Société des Antiquaires de la Morinie.
Kan. Coolen was onder meer dan één oogpunt een markante figuur. In 1937 was hij Justin de Pas opgevolgd in de Société, waarop hij in de bijna 40 jaar dat hij ze leidde, een onuitwisbare stempel heeft gedrukt.
Ons eigen verleden heeft meer punten van overeenkomst met het studiegebied der Antiquaires de la Morinie dan bvb. met Brabant of Zeeland. Het graafschap Vlaanderen omvatte eeuwen lang ook dit gewest en vele eeuwen daarna zijn de gevolgen in taal en zeden, in plaatsnamen, in historische toestanden, nog zichtbaar en voor ons leerrijk en verhelderend. Even nuttig is de kennis van onze gesohiedenis voor de historici van over de landsgrenzen, die hun eigen verleden in een breder perspectief willen plaatsen.
Kan. Coolen schreef zeer veel en met gezag. Zijn bibliografie overtreft 400 nummers! In de halve eeuw waarin hij publiceerde in het Bulletin de la Morinie, dat hij op de duur persoonlijk voor twee derde volschreef, wist hij het peil hoog te houden en verscheen het Bulletin met stiptheid en regelmaat. Zelf verklaarde hij eens, dat zijn tijdschrift het enige Franse regionaal-historisch tijdschrift was dat, sinds 1833, onafgebroken verscheen en geen dieptepunten kende.
Hij schreef even gemakkelijk en competent over het gallo-romeinse verleden van zijn land, als over de handschriften der St. Bertijnsabdij, over de kathedraal van Sint-Omaars of over een modern onderwerp van na de Revolutie.
Over de beroemde kathedraal gaf hij een practische gids uit, en enkele afzonderlijke monografieën (o.a. over de gemeente Helfaut) munten uit door volledigheid, degelijkheid en sierlijke taal.
Over zijn werk hangt slechts één schaduw. Het starre onbegrip dat hij betoonde tegenover alles wat Vlaams was, of zelfs maar afkomstig was uit Vlaams-België, ook al was het in het Frans opgesteld, belette hem kennis te nemen van de bibliografie van werken over de geschiedenis van ons, en dus ook van zijn land. Het bestaan van onze Vlaamse regionale bladen was hem totaal onbekend. Deze eenzijdigheid in de documentatie (die hij zeker niet van Justin de Pas en O. Bied had overgeërfd) werd door hem niet aangevoeld als een tekort.
Laten wij hopen dat de Antiquaires de la Morinie nu ook zonder hem verder hun weg zullen vinden op het pad waar - in historische termen althans - onze wegen met de hunne samenvallen.
September 1977
L.V.A.
N.B. - Morinie (land der Morini, een der Belgae-stammen door Julius Caesar genoemd) is geen levende streeknaam, doch een geleerde, literaire benaming die drie reanimaties heeft gekend: in de Karolingische kanselarij, in de geschiedschrijving der Renaissance en in het nationaal en regionaal reveil van de Romantiek. De stichters van het Genootschap voor Oudheidkunde te Sint-Omaars hebben in 1833 de naam Morinie voor hun studiegebied Artezië aangenomen.