Abacuck en andere Bijbelse voornamen
Een pachter van het Duinenhof te Kloosterzande droeg in 1611 de naam Abacuck als voornaam; zijn familienaam was Duymisen. Zo lees ik in Biekorf 1973, blz. 220. Er zijn meer voorbeelden van nieuwe of nieuwgezinde naamgeving uit de Bijbel in de zestiende eeuw. In de penningkohieren (tiende penning) van 1583 voor de stad Brugge staan de volgende oude bijbelnamen van belastingsbetalers:
Adam |
Abel |
Gedeon |
Isaias |
Ysrael |
Joachim |
Moyses |
Nabugodonosor |
Noë |
Sampsoen |
Samuel |
Zacharias |
Adam, Abel en Gedeon komen tweemaal voor. De genoemde personen zijn uiteraard meerderjarig, hun doopnaam moet uit de jaren 1550 stammen, in de bloeitijd van het anabaptisme in onze gewesten. Sommige van die namen werden mogelijk aangenomen bij een ‘wederdoop’? Onwillekeurig hoort men in die namen een weerklank van bewuste nieuwe naamgeving uit de periode die alhier de eerste sterke golf van reformatie verwekt heeft.
P.B.