Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 205]
| |
Als de overheid zorgt voor monumenten..Op 11 oktober 1850 overleed te Oostende de eerste koningin der Belgen, Louise-Marie d'Orléans, in de leeftijd van 36 jaar. Een van haar laatste wensen was in Laken begraven te worden. Op 14 oktober wordt een Koninklijk Besluit gepubliceerd tot oprichting van een nieuwe kerk te Laken, die als laatste rustplaats zal dienen voor de koningin. Dezelfde dag vertrekt het stoffelijk overschot per trein uit Oostende naar Laken, waar de kist gedurende twee dagen wordt tentoongesteld, en op 17 oktober voorlopig begraven. | |
Een Koninklijke Kerk te Laken 1850Op 20 oktober richt Minister van Binnenlandse Zaken, Charles Rogier, aan de Provinciegouverneurs een brief waarin hij meedeelt dat de gedachte een monument op te richten ter ere van de koningin spontaan en gelijktijdig ontstaan is in alle streken van het land... ‘L'âme du peuple s'est révélée toute entière dans cette unanimite...’ Maar er doen zich meningsverschillen voor over de wijze waarop dit aandenken kan bestendigd worden. De regering wenst zich niet in dit debat te mengen, maar wenst wel tussen te komen ‘pour régulariser le mouvement’. Zij roept dan ook een werkgroep samen, bestaande uit één afgevaardigde van elke Bestendige Deputatie en de burgemeester van elke provinciehoofdstad, om de drie voor de hand liggende mogelijkheden te onderzoeken: ofwel een nationaal monument oprichten, ofwel in ieder provincie een afzonderlijk initiatief nemen, ofwel aan diverse lokaliteiten een gedeelte van de uitvoering van een nationaal monument toe vertrouwenGa naar voetnoot(1). De vergadering heeft plaats op 24 oktober. Unaniem min twee onthoudingen stelt de werkgroep voor het geld dat zal ingezameld worden in één fonds, met één bestemming samen te brengen, ‘en leur assignant une seule et même destination, l'on parviendrait le mieux à garantir le caractère national qu'a revêtu la manifestation’. Er doen zich meningsverschillen voor over de aard van die bestem- | |
[pagina 206]
| |
mimg. Een lid stelt de oprichting voor van een centraal tehuis voor behoeftigen, - men vergete niet dat het hoogtepunt van de krisis in de nijverheid en de voedselvoorziening nauwelijks achter de rug is. Anderen willen deelnemen in de kosten van de door de koning besliste oprichting van een kerk te Laken. Het eerste voorstel wordt van de hand gewezen uit humane overwegingen [sic]: ‘l'insuffisance des fonds,... les inconvénients du transport des malades ou des infirmes..., les effets fâcheux de leur isolement loin de leur familie etc. etc.’. Het voorstel wordt ingetrokken, en met uitzondering van drie leden spreekt de werkgroep zich uit voor de kerk te Laken. In het verslag van deze vergadering onderlijnt de regering twee punten die als leidraad dienen voor deze (en andere gelijkaardige) initiatieven: ‘Une des considérations est de cimenter, chaque fois que l'occasion opportune se présente, l'esprit d'union et de force nationale’. Ook moet de kerk het symbool zijn van de gehechtheid van het land aan zijn instellingen en zijn dynastie. Bovendien zal deze kerk voor de Belgische kunstenaars een gelegenheid zijn tot wedijver ‘et une source longtemps ouverte à de nobles inspirations et à des travaux dignes de leurs talents’. Charles Rogier kon niet vermoeden hoezeer zijn woorden zouden bewaarheid worden... | |
Aandeel van de Provincie West-VlaanderenOp 31 oktober 1850 keurt de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen de tekst goed van een brief aan alle gemeentebesturen van de provincie: ‘In vele plaatsen zijn er reeds inschrijvingslijsten uitgegeven geweest en giften verzameld. Het is dan ook behoorlijk dat in de andere gemeenten de plaatselijke overheid dien openbaren drift begunstige en maatregelen neme om de ontvangen gelden te storten in handen der provinciale overheid...’ Tegen het einde van de maand november moeten de gemeentebesturen hun initiatieven in deze laten kennen. Als eerste reageert het gemeentebestuur van Sint-Michiels op 29 november, met de mededeling dat er in de gemeente 37,70 Fr opgehaald werd. | |
[pagina 207]
| |
zelf een herinneringsmonument op te richten ‘dans une chapelle à construire attenante à l'église paroissiale’. Derhalve kan geen steun verleend worden aan het projekt Laken. Dit is de eerste kink in de kabel. | |
[pagina 208]
| |
kerk te Laken. Vijf gemeenten laten weten dat de opbrengst aldaar bestemd is voor de kapel te Oostende, het gemeentebestuur Ruiselede deelt mee dat het op zijn begroting een krediet van 100 Fr uitgetrokken heeft voor het aanbrengen van een gedenkplaat in de kerk van Ruiselede, Oekene bestemt de opbrengst van de inzameling voor steun aan een plaatselijk liefdadig werk, en in Desselgem en Markegem werden met de opbrengst brooduitdelingen gehouden aan de armen van de gemeente. In zijn fabriek te Roeselare heeft een Brusselse industrieel, Berlemont aîné, een lijst laten circuleren, waarop 305 handtekeningen werden geplaatst en 40 Fr verzameld, ‘réuni spontanément’, die hij afzonderlijk aan de gouverneur opstuurt, waarvoor hij het verwachte complimentje krijgt (geen sprake van de arbeiders in deze brief). Naar schatting kan de omhaling in de Provincie tussen de 20 en de 25.000 Fr hebben opgeleverd. De eerste steen van de O.L. Vrouwkerk te Laken werd door de koning gelegd op 27 mei 1854. De kerk, gebouwd naar plannen van Joseph Poelaert, werd ingewijd op 7 augustus 1872. In 1908 werden de werken, op initiatief van Leopold II hervat, en werden, naar plannen van de Duitse architekt von Schmidt, een drieledig voorportaal en een spits eraan toegevoegd, die circa 1935 klaar kwamen. Het beeldhouwwerk aan de kerk werd nooit uitgevoerd. De kapel te Oostende werd niet gebouwd. Wel werd in de oude Sint-Pieters en Paulus in 1859 een gedenkteken aangebracht gebeeldhouwd door Fraikin. Op 14 augustus 1896 brandde de kerk, op de toren na, volledig af. Het gedenkteken bleef ongedeerd en werd in de nieuwe kerk (1901-1907) in een afzonderlijke kapel achter het hoofdaltaar opgesteld. De binnenversiering van deze kapel werd nooit voltooid. | |
[pagina 209]
| |
Bijdragen voor de Kongreszuil 1850Gelijktijdig met de inschrijvingen voor de kerk te Laken was men ook gestart met inschrijvingen voor de oprichting van de Kongreszuil te Brussel, waartoe in September 1849 besloten was, en waarvan op 25 September 1850 de eerste steen was gelegd. Over deze geldinzameling vernemen wij in het archief van de Provincie bitter weinig: de handelskamer van Ieper-Diksmuide heeft op haar begroting een zelfde bedrag van 100 Fr uitgetrokken als voor de kerk te Laken; in het arrondissement Veurne-Diksmuide werd 219 Fr opgehaald (tegen 175,80 Fr voor Laken) en in het arrondissement Kortrijk werd in 13 gemeenten 347,71 Fr opgehaald, waarvan 54 Fr bij privé-personen. Zes gemeentebesturen vragen de toelating om de door hen uitgetrokken bedragen te mogen inschrijven in de begrotingen 1851 en/of 1852. De Kongreszuil werd op 26 September 1859 ingehuldigd. | |
Monument Koning Leopold 1866In 1866 werd alweer officieel een geldinzameling georganiseerd, ditmaal voor een monument ter ere van Leopold I. Ook hier wordt het initiatief genomen om te antwoorden aan de ‘voeu... surgi de toutes parts, d'une souscription patriotique et nationale’. Toch schijnt de overheid ondertussen één en ander geleerd te hebben. Vooreerst worden de inzamelcomités gestruktureerd: één provinciaal comité, één per arrondissement en één per gemeente, - om te vermijden dat diverse inschrijvingslijsten elkaar zouden overlapped Bovendien neemt de gouverneur zijn voorzorgen en schrijft op 7 maart 1866Ga naar voetnoot(3) een brief aan de bisschop van Brugge om diens medewerking te vragen, in de hoop dat ‘à l'exemple de leur premier Pasteur, M.M. les curés et autres membres du clergé tant régulier que séculier s'empresseront de prêter leur concours et de prendre part à l'oeuvre de reconnaissance dont il s'agit’. Na nadere uitleg verkregen te hebben omtrent de aard van het monument, gaat de bisschop op het verzoek van de gouverneur in, en geeft aan één van zijn vicarissen opdracht in het provinciaal comité te zetelen. Ook in de andere comités komen geestelijken | |
[pagina 210]
| |
voor. Het duurt echter ook tot 1880 voor dit monument in het park te Laken gerealiseerd wordt, nadat de regering op haar begroting een krediet van 1 miljoen voorzien had voor de aanleg van het monument en het parkGa naar voetnoot(4). | |
De Basiliek van KoekelbergMoeten wij nog herinneren aan de jarenlange omhalingen voor de Nationale Basiliek te Koekelberg? In 1903 had Leopold II het idee van een herdenkingsmonument voor de 75e verjaring van de Belgische Staat aan kardinaal Goossens toegespeeld. Op 12 oktober 1905 werd door de koning de eerste steen gelegd. ‘Met de grootste zorg streek de Koning de mortel uit, de verschillende hoogwaardigheidsbekleders deden evenzo’Ga naar voetnoot(5). Zij bleven echter niet voort metselen, en de mortel kon drogen tot in 1926 met de eigenlijke werken gestart werd. Ondertussen was de Basiliek in 1919 van bestemming veranderd, en werd toegewijd aan het H. Hart, als dank voor de bevrijding van België in 1918. In oktober 1951 plechtig ingewijd, werd de basiliek pas in 1971 voltooid. | |
De Westvlaamse SjouwerOfschoon veel bescheidener van proporties, willen wij er toch op wijzen dat het overheidsinitiatief tot oprichting van een gedenkteken ter ere van de Westvlaamse Sjouwer langs de E3 te Aalbeke, in 1971 gelanceerd, reeds in 1973 wordt gerealiseerd. Ditmaal werd het initiatief niet voorgesteld als beantwoordend aan de algemene wens van de bevolking, maar werd er rond voor uitgekomen dat het monument bedoeld was om de bevolking te herinneren aan het lot van haar voorouders. Naar schatting zullen de bijdragen van deze bevolking het miljoen overschrijden.
Het is interessant de opbrengst van de inzamelingen in 1850 en 1973 even met elkaar te vergelijken.
Circa 1850 kost een brood (1,5 kg) 0,.50 Fr; in 1973 | |
[pagina 211]
| |
kost een brood (1 kg) 16,50 Fr. Dus mogen wij aannemen, - dit wordt ook op andere wijzen bevestigd - dat 1 Fr anno 1850 de waarde heeft van ongeveer 50 Fr in 1973. Als wij nu de opbrengst van de inzameling van 1850 (20 à 25.000 Fr) omzetten in de hedendaagse munt zien wij dat zij identiek is aan de opbrengst van de inzameling voor het monument van de Westvlaamse Sjouwer. Met andere woorden in de loop van 120 jaar schijnt de Westvlaamse spontaneïteit dezelfde gebleven te zijn, wat, Goddank, niet kan gezegd worden van de Westvlaamse levensstandaard. Luc Schepens |
|