Biekorf. Jaargang 74
(1973)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| |
De houtsprokkelaar op de maanDe Legende van 't Manneke uit de Mane in VlaanderenGa naar voetnoot(1) werd geschreven door Karel M. De Lille van Ieper, verlucht door Jozef Flipts van Roeselare, gedrukt door Vonksteen van Langemark en het is meteen het eerste boekdeeltje van de ‘Bibliotheek 't Manneke uit de Mane’. In drie hoofdstukken wordt deze maanreis afgerond: een onderzoek over de volksoverlevering in verband met de houtsprokkelaar; een peiling doorheen de verscheidenheid van deze volksoverlevering in Vlaanderen; een schets over de andere overleveringsvormen in Vlaanderen over hetzelfde onderwerp. De auteur is een van de bekendste Westvlaamse maanreizigers, die sinds 1964 met de medewerking van enkele andere Westvlaamse astronauten jaarlijks het Mannetje uit de Mane plukt en over onze gewesten lanceert. Het is altijd welkom. Ook de eerste zachte landing in boekvorm is geslaagd, maar zoals bij opdrachten van pioniers gebruikelijk is, bleken ook hier kleine stoornissen onafwendbaar. Waarom ‘legende’ als groepsbepaling van dit vertelverschijnsel, op voortreffelijke wijze ook in de moderne volksmond aangetroffen, werd verkozen, blijkt niet heel duidelijk. Het is mogelijk gebeurd onder de bekoring van het Franse ‘légende étiologique’, in een verouderde vorm door ‘oorsprongslegende’ vertaald, maar thans duidelijker te omschrijven als ‘natuurverklarend sprookje’. Indien men met enige nadruk het omzwerven van een godheid op aarde als voornaam motief in dit vertelsel wil onderscheiden, dan valt het Manneke te rangschikken bij de ‘legendarische sprookjes’. Onder de dekmantel van het sprookje kon het Manneke even aantrekkelijk verschijnen. Het is voldoende de verchristelijkte overlevering van gissingen omtrent het maanverschijnsel, dat reeds in de Oudheid bekend bleek, in Germaans verband vast te leggen om verschillende stellingen te onderscheiden. De natuurverklarende sprookjes leveren een duidelijke beschrijving. Mensen die oorspronkelijk, ondanks uitdrukkelijke waarschuwingen, arbeid bij maanlicht verrichten, worden bestraft. In de verchristelijkte overlevering heten deze zelfde overtreders Zondagschenders en de diefstal, hoe miniem houtsprokkelen als misdrijf ook is, op de dag des Heren wordt als een bezwarende omstandigheid aangerekend. Deze toestand verergert als niet op een gewone zondag, maar tijdens een hoogdag, vooral Kerstdag, wordt gezondigd. Het bestraffen in de verchristelijkte overlevering wordt niet meer door de beledigde maan zelf verricht, maar het is meestal Ons Heer op wereldse wandeltocht, die zich met de bestraffing belast van de op heterdaad betrapte sukkelaar. Diefstal en heiligschennis worden hier gelijktijdig en zwaar bestraft, het is een voorbeeldige echt middeleeuwse straf. De verscheidenheid van de verzamelde dokumenten is zo ruim, dat ze tot een nog strengere schifting had kunnen leiden. De varianten van het sprookje van de houtsprokkelaar blijven in voldoende | |
[pagina 178]
| |
aantal bereikbaar om de selektie door te drijven van de verteltypen, die lopen van in de Oudheid tot in de moderne tijden. Daarbij is het mogelijk een onderscheid aan te tekenen tussen het oude materiaal, dit is hetgeen werd genoteerd en gepubliceerd in volkskundige bronnen, en het moderne materiaal, dit is het resultaat van het persoonlijk enkwest, dat de auteur heden ten dage heeft gevoerd. Om nog grondiger het prettige onderwerp te bewerken kan mogelijk de medewerking ingeroepen worden van het Instituut voor Volkskunde te Antwerpen, dat steeds bereidwillig zijn steun verleent aan algemene volkskundige enkwesten. Waar ook gewezen wordt op de Duitse overlevering, zelfs in persoonlijke notities door de auteur in vakantieoorden verkregen, valt vooral de minder bekende dissertatie van Werner Wolf, Der Mond im deutschen Volksglauben (Buhl, Baden 1929, 91 blz.) als nuttige gids aan te prijzenGa naar voetnoot(2). De auteur eindigt bij de maanreiziger Edgar Mitchell, kleinzoon van Marten Michiels van Roesbrugge. In het legendarisch domein van het volksvertelsel heeft ook Karel M. De Lille de maan bezocht, zij het met minder levensrisico's en reiskosten dan de Amerikanen of de Russen. Ook hij verzamelde voldoende maanstof om zijn Westvlaamse lezers te plezieren en om zelf in nieuwe expedities te volharden. H. Stalpaert |
|