Biekorf. Jaargang 73
(1972)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 285]
| |
StreuvelsianaWaar heeft Stijn Streuvels in Heule gewoond?Zowel Dr G.P.M. Knuvelder in zijn inleiding tot het ‘Volledig Werk van Streuvels’, 1e deel (Brugge 1971) als A. Demedts in zijn ‘Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk’ (Brugge 1971) en L. Schepens in zijn ‘Kroniek van Stijn Streuvels 1871 - 1969’ (Brugge 1971) - om slechts de voornaamste recente werken te noemen - vermelden de vier verschillende huizen die de jonge Stijn Streuvels te Heule betrokken heeft. Rechtstreeks of onrechtstreeks gaan zij hierbij voort op het getuigenis van Streuvels zelf in zijn Heule (Kortrijk 1942). Bovendien heeft L. Schepens i.d. van 26 nov. 1969 bij het gemeentebestuur van Heule zelf zijn licht opgestoken en de bescheiden uit de bevolkingsregisters gebruikt. Toch meen ik dat hiermee niet alles duidelijk is. Wat hier volgt heeft de bedoeling enkele zaken op punt te stellen.
1. Streuvels' geboortehuis stond op de wijk Leiaarde, langsheen de Kortrijkse steenweg, daar waar thans het huis nr 162 gevestigd is (op dit ogenblik bewoond door Mevr. Wed. Dokter Arthur Verhelst-Vandeputte). Streuvels' geboortehuis was natuurlijk niet het ruime patriciërshuis van nu. Een bronzen gedenkplaat - werk van de Heulse beeldhouwer André Potteau (Heule 1909 - Sint-Maartens Leerne 1952) - door toedoen van de V.T.B. in 1938 aan de voorgevel aangebracht, herinnert daaraan. Bemerk evenwel dat het eigenlijke geboortehuis verdwenen is.
2. Reeds een jaar later verhuisde de familie Lateur naar een huis ‘tegenaan Gheysens molen, aan den steenweg van Gullegem, rechtover het Koffiestraatje’ (Stijn Streuvels, Heule, blz. 9). Het deel van de Gullegemsestraat waar dat tweede huis stond heet thans de Kasteelstraat. Ook van dat huis blijft niets meer over. Het was gelegen op de binnenkoer van de weverij Octaaf, Maurice en Modest (later Etienne) Depreitere: een deel ervan werd gesloopt rond 1930 om de weverij uit te breiden, zodat in 1937 nog de kleinste helft overeind bleefGa naar voetnoot(1); de rest werd in 1958 geslooptGa naar voetnoot(2). Op de plaats waar dat huis stond bevindt zich thans het huis bewoond door de Heer H. Callewier (Kasteelstraat, nr. 27).
3. De derde woning door de Lateurs betrokken staat in de bevolkingsregisters vermeld onder het adres: Plaats 47. De juiste datum van verhuizing is officieel onbekend. L. Schepens geeft dan ook aan: ‘187? verhuizing naar de Dorpsplaats nr 47. (geciteerd werk, blz. 9)’. A. Demedts is stouter en zegt: ‘Begin 1875 verhuisde het (gezin) naar het Dorpsplein, waar het eerst in nr. 47 en daarna | |
[pagina 286]
| |
definitief in nr. 45, het oud gemeentehuis, ging wonen.’ (geciteerd werk, blz. 29). Wie heeft gelijk? Ik meen A. Demedts, tenminste wanneer wij Streuvels zelf mogen geloven, die in zijn ‘Heule’ op blz. 13 en 14, waar hij zijn herinneringen aan deze derde woning neerpent, schrijft: ‘Die vautekamer staat in betrek met mijn grootmoeder - Monica Devriese, die ik dààr alleen thuiswijzen kan, omdat ik haar op die vautekamer heb weten ziek liggen, weten berechten en in een doodkist heb zien de trappen afdragen. Dit is gebeurd op Mei-avond van 't jaar 1875. Ik was toen op mijn vierde jaar’Ga naar voetnoot(3). Dus moeten de Lateurs naar het Dorpsplein nr 47 verhuisd zijn begin 1875 ofwel einde 1874. Welk is het huis Dorpsplein nr 47? Volgens een schrijven door de Heer Hector Cleppe, vertegenwoordiger van de VTB te Heule, op 31 maart 1937 gericht naar het Heulse gemeentebestuur, gaat het om het huis bewoond door de Heer P. Franck, d.i. het huis dat thans het nummer 28 draagt op de Plaats, en dat ten westen paalt aan de herberg De Kroon, op dit ogenblik bewoond door de Heer René Vansteenkiste. Dat klopt o.m. met wat Streuvels zegt op blz. 13 in zijn ‘Heule’: ‘Boven de huizen aan den overkant stak de kerktoren uit en zagen wij de gulden uurwijzerplaat en 't haantje’.
4. Het laatste en het langst door de Lateurs te Heule bewoonde huis is hetgeen zowel door A. Demedts als L. Schepens gesitueerd wordt ‘Dorpsplaats nr 45’ en ‘het oude gemeentehuis’ wordt genoemd. Nu moet er in verband hiermede gewaarschuwd worden tegen een dubbele mogelijke vergissing: namelijk, ten eerste, dat het hier zou gaan om het huis dat paalde aan het vroeger bewoonde huis (in de bevolkingsregisters bekend onder de benaming: Plaats 47) en, ten tweede, dat het gaat om het huis dat thans te Heule op de Dorpsplaats nr 26 de naam draagt: café Oud Gemeentehuis. Welnu, noch het ene noch het andere is juist. Het gaat wel, zoals Streuvels in zijn ‘Heule’ op blz. 54 aanstipt over het vroegere gemeentehuis dat als burgerswoning werd ingericht. Het stond - zo zegt Streuvels op dezelfde bladzijde - ‘vlak tegenover ons huis, aan den overkant der dorpsplaats.’. Van in de woning Dorpsplaats nr 47 had hij gadegeslagen hoe men een nieuw gemeentehuis aan het bouwen was - juist nevens het vroeger gemeentehuis - en hoe ‘er’ een zware steen bovengehaald werd om den topgevel te dekken, en een andere die 't jaartal ‘1879’ droeg.’ (blz. 54). ‘Er was hof noch koer aan het huis; enkel een nauw gangske met achterpoort. Onze slaapkamer gaf uit op het kerkhof.’ (blz. 55). Deze vierde en laatste woning die de familie Lateur te Heule betrok tot zij werd afgeschreven voor Avelgem - volgens de bevolkingsregisters jaren 1880-1890 - boek C - Folio 44, op 11 mei 1887 - is het huidige huis, Plaats 19, tot voor kort bewoond door de Heer J. Merlier. | |
[pagina 287]
| |
Het was in de jaren 1880 het voorlaatste van een rij huizen, waarvan de achterkant uitgaf op het kerkhof. Nu staat het daar als het laatste van de rij, daar het oorlogsgeweld, dat kerk en dorpsplaats te Heule erg trof, de gelegenheid gaf het laatste huis volledig af te breken en op die wijze de al te nauwe doorgang naar de kerk langs de oostzijde gevoelig te verbreden. Toen het nieuwgebouwde gemeentehuis dat tevens een herberg was opnieuw werd vertaten, kreeg het café een nieuwe aan de omstandigheden aangepaste naam ‘In het Oud Gemeentehuis’. Een laatste vraag: | |
In welk jaar verhuisde de familie Lateur naar de Dorpsplaats nr. 45?De bevolkingsregisters 1870-1880 vermelden dat de Lateurs de Dorpsplaats nr 47 bewonen; die van 1880-1890 vermelden als hun woonplaats het huis van de Dorpsplaats nr 47, met een bijkomende melding - echter zonder datum - van het huis nr 45. A. Demedts zegt op. cit. blz. 29: ‘Begin 1875 verhuisde het (gezin) naar het Dorpsplein, waar het eerst in nr 47 en daarna definitief in nr 45, het oud gemeentehuis, ging wonen. Het jongste dochtertje Maria zag er het levenslicht in 1887’. L. Schepens vermeldt in zijn Kroniek op blz. 9: ‘1879. De familie Lateur verhuist op de Dorpsplaats van nr 47 naar nr 45 en betrekt het oud-gemeentehuis’. Het ligt voor de hand dat L. Schepens in deze zaak het dichtst bij de waarheid staat, al kan het jaar 1879 moeilijk weerhouden worden, daar de bevolkingsregisters 1880-1890 nog nr 47 Dorpsplaats als woonhuis aangeven; of de fout zou moeten liggen bij een nalatigheid van vader Lateur, die de verhuizing naar nr 45 niet tijdig bekend gemaakt heeft, wat toen voorzeker meer gebeurde. Tegen A. Demedts' voorstelling van zaken pleiten de vele herinneringen welke Streuvels in het 2e, 3e en 4e hoofdstuk van zijn ‘Heule’ aanhaalt en die moeilijk van een knaap van 5 of 6 jaar kunnen komen; ten andere Streuvels zegt zelf op blz. 17 van zijn ‘Heule’: ‘In dat huis - bedoeld is het huis Dorpsplaats nr 47 - is mijn jongste zuster geboren’.
Samenvattend kunnen wij dus zeggen: Eerste woning van de Lateurs, aan de Leiaarde, op de plaats waar thans het (nieuwe) huis staat dat in de Kortrijksestraat nr 162 draagt. Daar werd Stijn Streuvels geboren op 3 Oktober 1871. Tweede woning, betrokken in het najaar 1872: in de Kasteelstraat - vroeger in het eerste deel van de Gullegemsestraat - rechtover het Koffiestraatje. Van dat huis bestaat niets meer. Daar werd Karel Lateur op 12 mei 1873 geboren. Derde woning: betrokken einde 1874 of begin 1875: het huis dat thans gekadastreerd staat als Plaatse nr 28, en dat in die tijd bekend stond onder de naam Dorpsplaats 47. Daar werd Streuvels' jongste zuster Maria Philomena op 11 februari 1877 geboren. Vierde woning, die ten vroegste in de tweede helft van 1879 of vermoedelijk in 1880 betrokken werd en die thans bekend staat als nr 19 van de Plaats. | |
[pagina 288]
| |
Ten slotte een paar vragen:In zijn schrijven op 31 maart 1937 tot het Heulse schepencollege gericht - brief bewaard in het gemeentelijk archief - stelde de Heer Cleppe voor dat een straat de naam van Stijn Streuvels zou dragen en dat ieder huis waar de familie Lateur gewoond had een gedenkplaat zou krijgen. De Stijn Streuvelslaan kwam er, ook de gedenkplaat in de Kortrijksestraat nr 162. Waarom liet met het Streuvelsjaar 1971 voorbijgaan zonder de huizen van de Plaats die de nummers 28 en 19 dragen op die wijze te onderscheiden? Het is nog niet te laat! In mijn brochure: ‘Heule, het dorp van Tineke en Stijn Streuvels’Ga naar voetnoot(4) stelde ik voor dat men vanaf Heule Watermolen tot aan het Heulse station een Gezellepad zou uitstippelenGa naar voetnoot(5); een Stijn Streuvelspad langsheen de Heulebeek tot aan de Watermolen (zie het 14e hoofdstuk in ‘Heule’: De Heulebeke) zou even verantwoord zijn. Nochtans blijkt noch het ene noch het andere tot de praktische mogelijkheden te behoren. En wie zorgt ervoor dat het Verriesthuis langsheen de Mellestraat (bezit van de Congregatie van de Zusters van Liefde, en thans gebruikt als bergplaats) ongeschonden bewaard blijft? L. Devloo. |
|