Biekorf. Jaargang 71
(1970)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
De vlucht van Gezelle naar Kortrijk
| |
[pagina 35]
| |
SidonieGa naar voetnoot(7), un petit service: nous avons, dans le temps, prêté à Mr. Gezelle un manuscrit, relatant un miracle arrivé au couvent (supprimé) des dames Anglaises à Gand, ainsi que quelques planches en cuivre destinées à illustrer “rond den heerd”. Ces objets ne nous ont pas été rendus avec les livres restitués. Nous prions Sidonie de demander à Mr. Gezelle quelques renseignements à cet égard’Ga naar voetnoot(8). Bouwmeester Béthune heeft inderdaad aan Gezelle talrijke stukken uitgeleend die dienden hetzij als illustratie hetzij als bronnenmateriaal voor het weekblad ‘Rond den Heerd’ waarvan hij trouwens een medewerker was. Enkele weken later schrijft Gezelle aan Jozef van Caloen te Loppem: ‘J'ai mis la main à tous mes livres et à toutes mes paperasses à Bruges, moi-même, et je n'ai rien trouvé, à mon grand regret...’. Vanwege onderpastoor Gezelle was dit een antwoord op een vraag van Jozef van Caloen over een door deze laatste uitgeleende gravure, bezit van de Karmelietessen te Ukkel waar Maria van Caloen, zuster van Jozef, moniale wasGa naar voetnoot(9). Zoals blijkt uit een brief van Gustaaf Flamen aan Adolf Duclos, gedateerd 17 december 1872Ga naar voetnoot(10) zou Gezelle reeds tijdens de allereerste weken van zijn verblijf te Kortrijk opnieuw gedicht hebben. Uit een persoonlijke notaGa naar voetnoot(11) neergeschreven door baron Félix-Antoine-Joseph Béthune weten wij dat Gezelle reeds op 3 november 1872, samen met de andere priesters van de O.L. Vrouwkerk, te gast was bij de Kortrijkse edelman. Op zondag 3 november 1872 schreef baron Béthune: ‘Nous avons aujourd'hui à diner M.M. Floor, Prévost et Ghezelle’. Deze gastvrijheid, betoond aan de geestelijkheid van de O.L. Vrouwkerk, zou zich nog talloze malen | |
[pagina 36]
| |
herhalen, hetzij te Kortrijk hetzij, in de zomermaanden dan op het buitengoed te MarkeGa naar voetnoot(12). Maar 3 november was, voor zover wij konden achterhalen, de eerste maal dat dit geschiedde sinds de aankomst van de nieuwe onderpastoor. Op te merken valt dat het gezelschap, op die dag, onverwacht bezoek kreeg van Mgr. Faict, zoals baron Béthune aanstipt: ‘Le 3, vers le soir, je reçois la visite inattendue, mais très aimable de Mgr. L'Evêque pendant un bon quart d'heure’Ga naar voetnoot(13). André Demeulemeester |
|