Biekorf. Jaargang 70
(1969)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
[Nummer 5-6]Ypres castle en de traditie van Willem van Ieper in de oude havenstad Rye (Sussex)In 1904 ondernam Robert de Beaucourt de Noortvelde, een progressistisch grondeigenaar gevestigd te Gistel, een boottocht langs de Zuidkust van Engeland. Op zijn kustvaart ging hij aan wal te Hastings en te Rye, de kleine pittoreske stad gelegen niet ver van de kust in het graafschap Sussex. Rye sluit aan bij de beroemde groep van de Cinque Ports, d.i. de Kanaalhavens Hastings in Sussex en Romney, Hythe, Dover en Sandwich in Kent. Als assistenten van Hastings werden de twee havens Rye en Winchelsea omstreeks 1336 in de Cinque Ports Confederation als ‘aloude steden’ (Ancient Towns) opgenomen. In Rye werd Beaucourt aangenaam verrast door de naam van een oude massieve vestingtoren: Ypres Tower, alias Ypres Castle, zo heet hij in de toponymie en op de zichtkaarten van het stadje. Beaucourt, achterkleinzoon van de vruchtbare Brugse historicus Patrice Beaucourt de Noortvelde († 1795), was zelf een vlijtig publicist. Hij noemde zichzelf ‘historien du littoral’ en wijdde zijn pen vooral aan de historische en topografische beschrijving van ons kustgebied (Oostende, Nieuwpoort, Westkerke, Stene, Bredene, Giste) en van Frans-VlaanderenGa naar voetnoot(1). Als geboren Ieperling werd hij echt bekoord door die ‘Ieperse Toren’ van Rye. Hij ging dan ook, zoals steeds op zijn toeristische verkenningen, uit op informatie. En zo ontstond een klein boek, een allegaartje te meer in de lange reeks van zijn publikaties, dat feitelijk het eerste en enige historisch boekwerk is met Willem van Ieper als onderwerpGa naar voetnoot(2). | |
[pagina 130]
| |
Vooreerst nu de titelpagina van dit factum, dat in de bibliografieën van Vlaamse geschiedenis niet is doorgedrongen en tegenwoordig een rariteitje geworden is. William d'Ypres (1087)?? 1162) (parfois dénommé: Guillaume de Loo) - Comte de Kent - Ypres en Angleterre (The Ypres Castle) Accompagné d'une Notice Historique sur les villes d'Ypres et Loo (Abbaye de St. Pierrel avec planches, par Robert de Beaucourt de Noortvelde. - Ypres, E. Lambin-Mathée, 1904. In-12, 104 blz. 4 platen. Uit de titel blijkt al hoe onsamenhangend het werkje is. De biografie beslaat de blz. 9-30. Op blz. 39-43 handelt Beaucourt over Rye en over Ypres Castle (met afbeelding op blz. 40). Daarna vervalt hij in ordeloze aantekeningen over Ieper en Lo. Beaucourt vernam te Rye de lokale traditie over de bouw van de vestingtoren als zijnde ‘een overblijfsel van een burcht, gebouwd door Willem van Ieper’, de huurlingenkapitein uit Vlaanderen, die koning Stephen (Stefaan) op de troon had geholpen. Beaucourt ging verder zoeken in de stadsbibliotheek van Hastings en deelt in zijn opstel mede hetgeen hij vond bij een paar Engelse auteurs die spreken van William of Ypres als graaf van Kent en bouwer van de vesting Ypres Castle te Rye. Deze laatste hoedanigheid behoort tot de legende evenzeer als de titel ‘graaf van Kent’ die door Beaucourt in 1904 in de titelpagina van zijn boek werd gesteld. Een eerste feit is immers dat Willem van Ieper niets te maken heeft met die vestingtoren van Rye. Het moderne archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat de toren werd gebouwd ca. 1250, d.i. ongeveer een eeuw na de dood (1164) van Willem van IeperGa naar voetnoot(3). De bouwer ervan is Pierre van Savoye, die in 1254-1263 in dienst stond van koning Hendrik III en door deze vorst werd verheven tot graaf van Richmond en van Essex. De toren, gebouwd uit natuursteen, vertoont een vierkante grondplan met driekwart-ronde hoektorens. De noord-oostelijke hoektoren heeft een stenen wenteltrap. De hoogte, verdeeld in drie verdiepingen, bereikt ± 14 meter. De oorspronkelijke naam was Baddings Tower, naar de naam van de stadswijk. Toen de toren zijn militaire betekenis had verloren, werd hij in 1430 aangekocht door een zekere John de Ypres, die de toren als woning heeft ingericht. Eerst dàn, bijna drie eeuwen na het optreden van Willem van Ieper, kreeg de to- | |
[pagina 131]
| |
ren zijn nieuwe naam Ypres Tower en Ypres Castle, naar de nieuwe naam van de eigenaar. De toren bleef in privaat bezit tot in 1518, dan werd hij door de stad teruggekocht. Heden is de Ypres Tower, een van de bezienswaardigheden van Rye, ingericht als oudheidkundig museum van de stad door de Rye Museum Association. De verzameling illustreert er vooral de geschiedenis van de Cinque Ports, de scheeps-The Ypres Tower, alias Ypres Castle te Rye (Sussex)
Foto J. Good, Rye bouw en het oude lokale aardewerk. Een atelier produceert nog heden een mooi type Sussex Rustic WareGa naar voetnoot(4).
Het legendarisch verband tussen Ypres Castle in Rye en William of Ypres is eerst ontstaan gedurende de 19e eeuw. Als kapitein van de Vlaamse huurlingen die de kansen van de ‘strijd om de Engelse troon’ deden keren, heeft William of Ypres een grote naam in de Engelse kronieken. In het aan Rye palende graafschap Kent kreeg William van de koning uitgestrekte bezittingen tot beloning voor de bewezen dien- | |
[pagina 132]
| |
sten. Engelse lokale geschiedschrijvers hebben dan ook in de naam Ypres van vestingtoren en legeraanvoerder een overeenkomst gezien en het bouwen van Ypres Castle in Rye toegekend aan ‘William of Ypres’. Zo deed H.A. Jefson ca. 1880 in zijn Historic Hastings, en Montagu-Burrows in zijn monografie Cinque Ports (1895). Beaucourt is, voor zover we weten, de eerste die - in 1904 - de lokale Engelse voorstelling naar het kontinent heeft overgebracht en in onze geschiedschrijving geïntroduceerd. Veel weerklank heeft hij niet gevonden. Herman Vandergucht heeft in zijn Loo illustré (Veurne 1907; blz. 12-14) de mededeling van Beaucourt, met de plaat van de toren, dankbaar ingelast. O'Fianders (Aiderik Vincke) herhaalt nog in 1930, in zijn bundel ‘Toen Vlaanderen groot was’ (blz. 166), dat Willem van Ieper het Ypres Castle te Rye bouwde en bewoonde. In de roman Willem van Loo door F.R. Boschvogel (Tielt 1942) is het ‘Ieperslot’ gelegen in het graafschap Kent. Als ‘graaf van Kent’ voltooit Willem het sterke steen en herbergt er een tijdlang koning Stefaan. De lokalisering van het Ieperslot in Kent hangt in deze roman samen met de grafelijke titel van Kent die door de vorige auteurs aan Willem wordt toegekendGa naar voetnoot(5). In de jongste toeristische literatuur wordt de bouw van de Ypres Tower van Rye gesteld op ± 1250, naar de gegevens van het archeologisch onderzoek (zo o.m. Guide Bleu, ed. 1964) en naar de goede lokale monografieën over Rye en over de Cinque Ports. De naam van William of Ypres wordt daarbij niet meer betrokken. Dit Vlaams-historisch verlies in Rye wordt enigszins goedgemaakt door een winst in Londen. In deze stad zelf had Willem van Ieper belangrijke bezittingen, o.m. de Queenhithe Quay (al. Queenhithe Wharf), een van de oudste dokken van Londen. Hij bezat er ook een grote eigendom, de Ypres Inn, die zijn naam bewaard heeft kennelijk tot in 1381Ga naar voetnoot(6). De toren van Rye wachtte alsdan nog op zijn Ypres-naam, die hem eerst veel later en van elders zou gegeven worden. | |
Bijlage
| |
[pagina 133]
| |
van het grafelijk huis van Vlaanderen, had gepoogd de grafelijke titel te veroveren bij de tragische dood van Karel de Goede in 1127. Zijn troebele houding in die politieke vorstenmoord is nog niet opgeklaard. Zijn Engelse periode valt nagenoeg samen met de regering van koning Stefaan (1135-1154), in wiens dienst hij trad als kapitein van een geduchte troep Vlaamse huurlingen. Willem werd door de koning rijkelijk beloond. Vooral in het graafschap Kent (waarin de steden Kantelberg en Dover gelegen zijn) kreeg hij uitgestrekte bezittingen. Dit graafschap kreeg hij feitelijk geheel in zijn macht, doch zonder de grafelijke titel. Hij is nooit earl (comes) van Kent geweest, hoewel de titel openstond. Uit de dokumenten is met zekerheid bewezen dat Willem van Ieper nooit ‘graaf van Kent’ geweest isGa naar voetnoot(7). Op dit feit leggen we nadruk, omdat de legendarische versie van Ypres Castle te Rye Willem van Ieper steeds graaf van Kent noemt. De Engelse kritiek heeft immers ook de vraag gesteld: waarom heeft de koning aan die topfiguur van de ‘nieuwe’ mannen in Engeland de grafelijke titel onthouden? R.H.C. Davis van Merton College, Oxford, de jongste biograaf van koning Stefaan (King Stephen 1135-1154; Londen 1967) en medewerker aan Vol. 111 van de ‘Regesta Regum Anglo-Normannorum’, deelt in zijn belangrijk werk de opinie mede van de moderne Engelse historici: de Engelse koning heeft Willem van Ieper geen graaf (comes) willen maken om de graaf van Vlaanderen (Diederik van de Elzas) niet te misdoen. Willem was door Diederik uit het graafschap Vlaanderen verbannen en de graaf van Vlaanderen zou het toekennen van de grafelijke titel aan de uitgewezen competitor als een majesteitsschennis hebben beschouwdGa naar voetnoot(8). De Vlaamse geschiedschrijving had eeuwenlang haar eigen wegen gevolgd. In het Chronicon Comitum Flandriae (Fiandria Generosa) staat dat koning Stefaan de provincia Cantia in bezit gaf aan Willem van Ieper. Onze grote Meyerus heeft de tekst van het Chronicon met een zekere vrijheid geïnterpreteerd: van koning Stefaan ontving Willem het graafschap Kent (Cantii Comitatum ab eo accepit), zo schrijft hij reeds in de eerste versie van zijn Vlaamse Geschiedenis (Compendium Chronicorum Flandriae, f. 72; Neurenberg 1538). Een affirmatie die letterlijk herhaald wordt in de Annales Flandriae (f. 44) van 1561. Kanunnik De Smet heeft in zijn studie (1842) over Willem van Ieper de tekst van het Chronicon geïnterpreteerd zoals | |
[pagina 134]
| |
Meyerus en kent aan zijn held de titel van ‘graaf van Kent’ toeGa naar voetnoot(9). De interpretatie van Meyerus werd in de vorige eeuw ook door sommige Engelse schrijvers overgenomen, zo o.m. door H.A. Jefson in zijn Historic Hastings (1885). Uit die Engelse literatuur heeft Beaucourt de Noortvelde in 1904 de twee met elkaar verbonden elementen Ypres Castle en William of Ypres, Earl of Kent, overgenomen. In de bibliotheek te Hastings heeft Beaucourt het grote Dictionary of National Biography gezien, hij heeft het deel LXI (Londen 1900) niet nageslagen. In de belangrijke biografie die aldaar (kol. 356-358) door Miss Kate Norgate aan onze Vlaamse avonturier wordt gewijd, had hij kunnen de bevestiging vinden dat Willem van Ieper verkeerdelijk ‘Earl of Kent’ genoemd wordt. Nog in de laatste jaren van zijn verblijf in Engeland verschijnt hij nooit anders als ‘William of Ypres’: zo betoogt de geleerde schrijfster. Aan Willem van Ieper heeft Dr. E. Warlop intussen een uitstekende biografie gewijd. Zowel in de uitvoerige studie zelf (in De Leiegouw 1964-1965) als in de samenvatting ervan in Nationaal Biografisch WoordenboekGa naar voetnoot(10), wijst de auteur op de uitgestrekte goederen en inkomsten van Willem in het graafschap Kent, de titel ‘graaf van Kent’ wordt hem echter door de koning niet toegekend. De beweegreden van deze feodale houding en onthouding van koning Stefaan werd inmiddels door Prof. Davis, in zijn bovengenoemde monografie, benaderd en opgehelderd. A. Viaene |
|