Het epos van de IJslandvaart in brieven
Van het ras der IJslandvaarders, die met een zeilschip gedurende zes lange maanden hun karig loon in de noordelijke wateren verdienden, blijven thans nog slechts enkelen in leven. Alleen te De Panne (Victor Ryssen, Engel Puystjens), te Oostduinkerke (Pol Soen, Engel Seys, Maurice Puystjens) en te Nieuwpoort (Isidoor Verleene, Henri Puystjens) kan men ze nog terugvinden. In hun ogen smeulen de herinneringen aan de perikelen op zee, en uit hun gelaat en hun hele verschijning spreekt de kloeke ziel van de visser, de verbeten moed, de deernis, het heimwee naar zee en naar de weerglans van de machtige hemelklaarten rond IJsland.
De schrijnende toestanden aan boord: gebrek aan hygiëne, gevaar voor tuberculose, de eentonigheid van hun bestaan, gevaar voor stormen (telkenjare keerden meerdere vissers niet terug) kan men heden echter nog moeilijk voorstellen. Ook kontakt met thuis bestond omzeggens niet. Weliswaar bracht een Franse oorlogsbodem eventueel brieven mee, maar vele IJslandvaarders konden met moeite hun naam schrijven. Het aantal brieven van IJslandvaarders dat thans door sommige vissersfamilies nog wordt bewaard is dan ook uiterst gering.
De h. Madou, brievenbesteller te Nieuwpoort, langs moederszijde verwant met ‘Yslanders’, bewaart in het familiefotoalbum tevens een tweetal brieven van IJslandvaarders.
Schrijver van de eerste brief is Vandewoude Viktor. Geboren in 1872 te Koksijde - overleden te Nieuwpoort op 1 april 1952. Viktor deed zes reizen op IJsland. Zijn brief werd verzonden vanuit Thurso, een haven aan de noordkust van Schotland.
Tweede schrijver is Louis Desaever (geboren te Koksijde in 1887, overleden te Adinkerke in...).
We drukken hier die twee brieven af, zoals Viktor en Louis de teksten opstelden: vol taalfouten, maar in de eerste plaats uitingen van het verkropte leed van twee jonge mannen, vol heimwee naar huis.
Nieuwpoort
Jacques Beun