Biekorf. Jaargang 68
(1967)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
Hoe het groeide
| |
[pagina 116]
| |
Sentimentaliteit in eigen opvoeding had Gezelle noch in familiekring noch in zijn leerjaren te Brugge en te Roeselare opgedaan. De kamaraderie van de priester-leraar met zijn Vlaamse leerlingen was hem meegegeven door de omgang met zijn ‘Engelsmannekes’, dragers van een sentimentaliteit die in hun eigen (Victoriaanse) sfeer geheel normaal was, waarvan de tederheden echter in de toenmalige Vlaamse (rigoristische) leefkamer niet waren geïntroduceerd. Door de publicatie van Gezelles brief aan Father Faber belicht Dr. Westenbroek op treffende wijze het feit dat Gezelle die nationale discrepanties voor zijn pastoreel werk zo storend achtte, dat hij stout en zakelijk het advies ging inwinnen van een Engelse zieleleider en pedagoog, de gevierde Father Faber. Het praktisch programma van Mgr. Malou werd ten slotte een katalysator die lyrische ontboezemingen van intieme vriendschap en hymnen in kerugmatische stijl in één bundel liet samenvoegen. In geen ander dichtwerk is de innerlijke Gezelle zo ontsloten (tussen de strijdbare Reveil-stukken in) als in de bundel (en in de wisselende bundeling van) Gedichten, Gezangen en Gebeden- en Kleengedichtjes. Het onderzoek van Dr. Westenbroek brengt een bijzonder ophelderende visie op de samenstelling, ordening en herordening door Gezelle van de eerste en tweede uitgave van het boek. De ware verhouding leven-boek blijkt daarbij zeer af te wijken van de mythus ‘Gezelle-Roeselaarse leerlingen’ die zeer vroeg is ontstaan en die, na een eeuw pathetische presentie in onze literatuur-geschiedenis, een burgerrecht van ‘historie’ heeft verworven dat hem niet licht meer kan ontnomen worden. De ontleding van de retorische elementen in de verschillende - intieme zowel als verkondigende - gedichten van het boek wordt in het buitengewoon leerrijke en uitgebreide Zesde Hoofdstuk geboden. Een stuk echte literatuurwetenschap, dat de hoge standing deelt van het historisch en genetisch onderzoek der eerste hoofdstukken en de vernieuwde visie op de gang van het leven naar het boek, en op het boek zelf, komt voltooien. a.v. |
|