Biekorf. Jaargang 68
(1967)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||||||||||
[Nummer 1-2]De Bedevaart ‘ten hoghen Rome’ en de reisroute Vlaanderen-Avignon
| |||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||
het oude Rome. Het Heilig Jaar 1300 was zelfs in de geschiedenis van de Romevaart een bijzondere datum geworden: de Apostelgraven waren devotioneel gelijkgesteld met het H. Graf, als hoofdvaart was Rome in de plaats gekomen van Jeruzalem. De pelgrims konden voortaan zóveel gedeeltelijke aflaten verdienen dat die, bij elkaar genomen, een volle aflaat gingen lijken en ook als zodanig doorgingenGa naar voetnoot(4). Toen paus Clemens, negen jaar na het grote jubeljaar 1300, naar Avignon verhuisde, bleef de pelgrim zijn oude gang gaan op de traditionele wegen naar het Rome van de relikwie- en aflaatkerken. De nood om het oude Rome uitdrukkelijk te onderscheiden van het Avignon der breven en supplieken heeft zich laten voelen op onze schepenhuizen zelf. Aanvankelijk spreken de klerken van het ‘grote Rome’ om de bedevaart naar Sint-Pieters-en-Pauwels aan te duidenGa naar voetnoot(5). De schepenen van Oudenaarde schrijven dan ook reeds in 1338 - veertig jaar voor de scheuring - de benaming ‘te groeten Roeme’ in hun tarieflijst van bedevaarten. Na de scheuring (1378) komt algemeen de term ‘ten hoghe Rome’ aan bod. Achter die nu blijkbaar gevestigde benaming meent men iets te ontwaren van de tweespalt en de partijen, de Clementijnen en Urbanisten uit de bittere jaren 1380. Men denkt aan de slag bij Westrozebeke waar, in 1382, vijf jaar na de scheuring, de Vlamingen het rode kruis van paus Urbanus van Rome op de borst droegen en er verpletterd werden door de Fransen die, als Clementijnen, het witgele kruis van de paus van Avignon op hun schouder hadden gehecht. | |||||||||||||||
Het ‘hoghe Rome’ in middelnederlandse teksten1338 Oudenaarde. - Het Oudenaardse tarief van afkoping van strafbedevaarten is gedateerd en veruit het oudste van de tot nu toe gepubliceerde tarievenGa naar voetnoot(6). De tarieflijsten van Gent en Aalst dateren van ca. 1430, de lijst van Dendermonde is mogelijk wat ouder (ca. 1420). In de lijst van Oudenaarde van 1338 verschijnt de bedevaart ‘te groeten Roeme’, afkoopbaar voor 12 pond parisis. Deze som is de klassieke ‘redemptie’ voor een bedevaart naar Rome of Compostella ook in de andere Vlaamse tarieflijsten, die ook alle de benaming ‘te groten Rome’ van Oudenaarde overnemen. Hetgeen eens te meer | |||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||
wijst op het feit dat, bij herwerking en uitbreiding van die lijsten, de traditionele formuleringen onaangetast bleven. 1374 Ieper. - Jakob van Oudekerke wordt veroordeeld wegens belediging van de prokureur Sohier le Saige. Zijn straf (franstalig vonnis) bedraagt: 1. een bedevaart naar Sint-Andries in Schotland, met een jaar verblijf aldaar; 2. ‘un pèlerinaige à Saint-Pierre à Romme le grand’. Dit blijkt wel een lokale franse versie te zijn van het dietse ‘grote Rome’ uit de tarieflijstenGa naar voetnoot(7). 1391. - In het geding betr. willekeurige arrestaties tussen de Vlaamse kooplieden en de Hanzeaten, aanvaardt de Landdag van Hamburg bij slotprotokol de voorwaarden voorgelegd door onze graaf Filips en de Vier Leden van Vlaanderen. De daarin gestipuleerde zoenbedevaarten moeten uitgevoerd worden binnen de zes maanden, te weten: 16 mannen met ere zullen naar Compostella gaan, 16 andere gaan ‘to olden Rome’ en ten slotte krijgen vier mannen als bestemming ‘to dem hilghen grave unses Heren’Ga naar voetnoot(8). Het stuk is in het nederduits opgesteld. Dit ‘oude Rome’ van de Hamburgers mag hier wel als een equivalent van het grote of hoge Rome van hun Vlaamse partners vermeld worden. 1402 Langemark. - In een grafelijke verzoening (zoendinc) gesloten voor de baljuw (in naam van de graaf) worden aan Jan van Rosebeke, wegens manslag op Fence de Brabandere, o.m. twee bedevaarten opgelegd: een eerste naar Compostella; bij zijn terugkeer valt hem dan nog te ‘doen eene pelgrimage te hoghe Rome’ en daarvan ‘lettren bringhene dat hyse ghedaen hebbe’Ga naar voetnoot(9). De redemptie van de bedevaart naar Rome ligt hier met 28 pond 16 sc. parisis een weinig lager dan deze (30 pond par.) van Compostella. 1405 Gent. - Aan Lauwereins van Brabant, in verzoening met Goessin Bollaert, wordt opgelegd te doen ‘sine pelgrimagie tsente Pieters ende te sente Pauwels ten groten Roeme’. De bedevaart mag hij afkopen voor 36 pond par.Ga naar voetnoot(10). - Aan te stippen dat de equivalente uitdrukking ook in het Brabantse voorkomt: te Antwerpen word Jan van Borsbeke in 1407 veroordeeld te ‘doen een pelgrimagie ten hoeghen Roeme’Ga naar voetnoot(11). 1420 Brugge. - Het reglement van de wijnschroders bepaalt dat elk medegezel van de nering zekere inkomsten blijft genieten wanneer hij een van de grote bedevaarten (peregrinationes maiores) onderneemt: ‘waert dat hi trecken wilde ten Hele- | |||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||
ghen grave, tsinte Pieters ten hoogen Roome of tsinte Jacops in Ghalissyen’Ga naar voetnoot(12). 1437 Eeklo. - Katheline, dochter van Jan Sanders, had haar buurvrouw Tanne uitgescholden en met de dood bedreigd. De schepenen hadden Katheline veroordeeld tot het klassieke eerherstel, nl. het offeren van een waskaars onder de hoogmis, met bekentenis en vraag om verzoening. Zwaarder was echter het tweede punt van het vonnis: een ‘pelgrimagie te Sente Pieters ende Sente Pauwels ten hooghen Rome’. Katheline en haar vader vonden dat echter al te straf en gingen in beroep voor de Raad van Vlaanderen, die Katheline vrijsprak omdat haar dreigementen tegen Tanne niet meer dan woorden geweest warenGa naar voetnoot(13). 1439 Gent. - Krachtens vergelijk met Goessin Blondeel wordt Olivier Landuut gehouden ‘te doen eene pelgrimage... te sente Pieters ende sente Pauwels ten hoeghe Roeme ofte te sente Jacops in Compostelle...’Ga naar voetnoot(14). 1440 Aalst. - De verzoening in causa moord op Jan Coppins bedraagt voor Stassin Taelman en zijn twee zonen o.m. te doen ‘elc eene pelgrimage tSint Pieters ende Pauwels ten hooghen Roome’Ga naar voetnoot(15). 1472 Aalst. - Wegens geweldpleging op persoon en bezit van Heinric vander Hoeven krijgt Philips vander Spoort te doen ‘eene pelgrimaige tSente Pieters ende Pauwels ten hooghen Roome’ Hij mag de bedevaart afkopen volgens tarief van de ‘pelgrimagiebouc van Aelst’, d.i. tegen de som van 12 pond parisisGa naar voetnoot(16). 1491-1535 Brugge. - De stedelijke registers van Civile Sententiën bevatten een elftal pelgrimages ‘ten hoghen Rome’ door de schepenen opgelegd aan stadsgenoten wegens allerlei misdrijven en overtredingenGa naar voetnoot(17). 1512 Oudenaarde. - Een verzoening ingeschreven in het Register van Contracten betreft de moord op Adriaen van Nyeuwenhuus. De dader, Jacop Pieters, zal ‘nemen eenen palstre ende scherpe ende gaen een pelgrimaige tSente Pieters ende tSente Pauwels ten hooghen Roome, ter eeren van Gode van Hemelrycke, ter lavenesse van der ziele, ter eeren van den mondsoendre’Ga naar voetnoot(18).
Onze lijst, samengebracht om een benaming van de Rome- | |||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||
vaart te illustreren, moet geen eenzijdige indruk nalaten over die bedevaart zelf. Onvermijdelijk treden alleen de interessante zondaars uit de (bewaarde) strafregisters in de geschiedenis, van de brave pelgrims ‘uit devotie’ is zelden een herinnering bewaard. Dat de Romebedevaart uit devotie in de 15e eeuw in Vlaanderen zeer in trek was blijkt o.m. uit het Vademecum voor de Romepelgrim dat in 1490 door de Brugse notaris Rombout de Doppere werd samengesteldGa naar voetnoot(19). De Brabantse schepenbanken lassen soms een extra programma van devotie in hun vonnis: de Romevaarder moet in de Heilige Stad bijzonder gaan ‘cruypen aldaer op de trappen tot Sinte Jans te Lateranen ende besoecken aldaer de seven kercken’ (vonnis van Leuven in 1493, van Herentals in 1519). Een Leuvense boetepelgrim moet daarenboven gedurende zijn verblijf te Rome dagelijks, geknield, vijf missen bijwonenGa naar voetnoot(20). Als een vorm van verbanning eerder dan verplichte devotie moet het vonnis beschouwd worden waarbij de Gentse molenaar Anthuenies van Hele, een van de rebellen tegen Keizer Karel, in 1540 naar Rome werd gezonden op bedevaart ‘ende aldaer te wonen den tijt van drij jaeren’Ga naar voetnoot(21). Met devotie is ook in zekere mate de bedevaart voor zielelafenis verbonden die in de verzoening bepaald werd en door een plaatsvervanger mocht uitgevoerd worden. In 1532 moet de Heer van der Vichte, wegens doodslag op Gillis van Huusse, een man naar Rome zenden ‘ter lavenesse vander ziele’. Het contract stelt de prijs van die bedevaart per procuratie op 36 pond parisis, d.i. het driedubbel van het officiële tariefGa naar voetnoot(22). Zeer stichtelijk is de in een kroniek beschreven bedevaart van een oude en rijke jonkvrouw uit het Land van Diest. In het Heilig Jaar 1450 wil die Brabantse vrouwe kost wat kost in Rome zijn. Ze maakt haar testament en, daar ze niet kan te voet gaan noch het schokken van een reiswagen kan uitstaan, huurt ze acht mannen die haar in een draagstoel van Diest naar Rome zullen brengen. Zó groot, zegt de annalist, was haar verlangen om Sint-Pietersgraf te bezoeken. Doch helaas onderweg werd ze gekweld door de verandering van lucht en ze bezweek. Tijdig echter had ze aan de acht dragers opdracht gegeven om samen in haar plaats naar Rome door te gaan en er al de nodige devoties te verrichten. Voor al hetwelk de acht mannen bij voorschot rijkelijk vergoed werdenGa naar voetnoot(23). | |||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||
Zonder Rome te bereiken is de Brabantse jonkvrouw met al de pardoenen van het Heilig Jaar in de eeuwigheid getreden. Nuchter en zakelijk staat daartegenover het relaas van Vlaamse boer Jan Metsu van Dikkebus die ‘trac te Romevaert int jaer van gracien’, zijnde hetzelfde jaar 1450 als van de Brabantse jonkvrouw. Boer Metsu, die geen letter schrijven kon, wilde zijn testament maken vóór zijn vertrek naar Rome. Hij riep twee getuigen bij: zijn pastoor in de persoon van Lauwereins van Doorne, monnik van Voormezele die alsdan ‘stedehouder vanden prochiepape van Dickebusch’ was, en een vriend uit ten Briele, met name Jan vander Zype. Boer Metsu wilde twee kinderen van Jan Craessin, die bij hem inwoonden, begunstigen; hij schenkt aan elk zes pond parisis ‘omme de kinderen mede te doen leerne’. Een schikking die minder aanstond aan vrouw Metsu, toen de getuigen later dit mondeling testament van de Romevaarder bekend maaktenGa naar voetnoot(24). | |||||||||||||||
De reisroute Vlaanderen-AvignonPaus Clemens was in 1309 nauwelijks in zijn nieuwe residentie in Avignon geïnstalleerd of de Vlamingen stonden voor zijn deur. Zestig Brugse poorters die, na langdurige betwistingen om het beruchte verdrag van Athis, dan eindelijk door de schepenen van hun ‘oproerige’ stad naar de Paus werden gezonden om absolutie voor de felonie jegens de Franse koning. De grote absoluties waren voortaan verkrijgbaar in Avignon, voor Vlaamse zaken van interdict en excommunicatie was de weg voor de helft ingekort. Enkele maanden later, in april 1310, stond een nieuwe Vlaamse delegatie in Avignon, geleid door meester Daniel van Tielt, kanunnik van St.-Maartens te Ieper. De gedeputeerden waren: meester Jan Blankaert, voor de stad Gent met de Oudburg, Land van Waas en Oudenaarde; meester Jan Balkaerd en burgemeester Bouden van Waescapelle voor de stad Brugge; heer Jorkin van Keyem die het ambacht van Brugge vertegenwoordigde. Maandenlang duurden de onderhandelingen in de nieuwe pauselijke residentieGa naar voetnoot(25). Het was voor onze steden een stuur en duur begin, zoals blijkt uit de stadsrekeningen. Er zouden echter ook later weinig jaren voorbijgaan zonder dat boden of gezanten uit onze Vlaamse steden de weg naar Avignon opgingen. Vijf generaties van studenten uit de Lage Landen leerden inmiddels te Parijs - alsook te Orléans, Toulouse en aan de nieuwe hogeschool in Avignon zelf - de residentie van de paus kennen, en Vlaanderen en Brabant leverden gedurende de 14e eeuw, zoals | |||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||
gezegd, een goed aantal curialisten aan het pauselijk Hof. Met dit Hof zou dan later de kolonie van beamten en bedienden (en ook ambachtslieden) ‘van dietscer tonghe’ mede verhuizen naar Rome en er die Vlaamse kolonie voortzetten die tot de stichting en herinrichting van eigen gast- en godshuizen, zoals o.m. Sint-Juliaan der Vlamingen, heeft geleid. De gloria romana van de Fiamminghi heeft feitelijk haar lente beleefd in de jolige stad van de ‘ballingschap’, aan de boorden van de Rhône. De reisroute naar Avignon was dan ook in Vlaanderen zeer goed bekend. De Brugse Wegwijzer van 1400 kent de verschillende wegen over Parijs, Reims, Troyes, Nevers, met al de etappen en verbindingenGa naar voetnoot(26). In de opgegeven itineraria is blijkbaar de ervaring van een eeuw druk verkeer op de axiale route Vlaanderen-Avignon samengevat. De afstand Brugge-Avignon wordt in de Wegwijzer geschat op 176 mijlen, d.i. ongeveer 960 km (1 mijl = ca. 5,5 km). Het grote kruispunt van de wegen uit Vlaanderen was natuurlijk Parijs. Uit de Franse hoofdstad liep de klassieke weg over de grote handelsstad Troyes naar Lyon. De reiziger of bedevaarder uit de Nederlanden (vooral uit de oostelijke provincies) kon ook Parijs vermijden en over het kruispunt Reims direkt het centrum Troyes bereiken. Het trajekt Troyes-Lyon doorkruist Bourgondië en biedt weinig gelegenheid voor scheepvaart. Vanuit Lyon werd soms een deel van de reis per schip (stroomafwaarts, op de moeilijk te bevaren Rhône) afgelegd. Vanuit Parijs werd Lyon ook bereikt over het belangrijke knooppunt Nevers (gelegen op de bedevaartweg van Le Puy). Bezuiden Lyon lag de laatste splitsing te Valence, van waaruit men rechts of links van de Rhône de Pausenstad bereikte.
Hier volgen nu de etappen van de wegen naar Avignon. De wegen Brugge-Parijs volgens de Wegwijzer van 1400 zijn beschreven in Biekorf 1965, 1-5. Over de ‘omleiding’ Brugge-Troyes via Reims kunnen we kort zijn. Deze route volgt de weg Brugge-Compiègne tot aan Le Cateau (zie Biekorf 1965, 3). Van Le Cateau wordt Reims bereikt over Guise en Neufchâtel. De kortste verbinding Reims-Troyes liep over Tours-sur-Marne, Vertus en Plancy. Tien mijlen langer was (in 1400) de weg Reims - Beaumont - Les Grandes Loges - Châlons - Mailly-le-Camp - Arcis - Troyes. Ten slotte nog de verbinding Parijs-Troyes. De beste weg | |||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||
liep over Creitel, Brie, Nangis, Bray, Trainel, Marigny, Pavillon. Acht mijlen korter, doch lastiger was de route over Provins (Parijs - Brie - Guignes - Grand Puits - Provins - Nogent - Marigny - Troyes). Al die etappen, zoals ook nu de volgende, worden door onze Brugse ‘Michelin’ van 1400 opgegevenGa naar voetnoot(27). | |||||||||||||||
I. - De wegen Troyes-AvignonOnze Wegwijzer splitst dit trajekt in drie grote secties over Lyon en Valence.
| |||||||||||||||
II. - De weg Parijs-Lyon-AvignonDe etappen van deze weg zijn: Parijs - Montargis - Montbouy - Ouzouer s. Trézée - Bonny - Cosne St. Père - Pouilly - la Charité - Nevers. | |||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||
Vanuit Nevers liep zuidelijk de grote bedevaartweg naar Le Puy. De verbinding Nevers-Lyon vertoont de etappen: Nevers - Decize - Charlieu - I'Arbresle - Lyon. Te Lyon komt de reiziger op de wegen van de bovenstaande secties 2 en 3.
Avignon zelf is in de jongere tarieflijsten van Gent, Aalst en Dendermonde als strafbedevaart opgenomen, afkoopbaar voor 6 pond par., d.i. de helft van een Romevaart. In de vroege lijst (1338) van Oudenaarde komt Avignon niet voor. Als bedevaart van devotie schijnt Avignon in Vlaanderen weinig of niet te zijn bekend geweest. De Gentse schepenen hebben enkele bijzondere delinquenten om bijzondere absolutie gezonden naar de hoge penitencier van Avignon. Aldus varen in 1330 Mathys Caerden en Daneel van Upscoote naar ‘Avengion in peelgrimagen omme absolutie te ebbene van sonderlinghe dinghen...’Ga naar voetnoot(28). Het geval van Philips ute Meerham was ook een ‘reservatum’, hij had een priester aangerand en het vonnis van 1354 bepaalt uitvoerig dat hij heeft ‘syne pelgrimage te doene tonser vrauwe Tavengoen, ende dat hi daer te biechten gha, totten ghenen die hem penitencie gheven, ende injungeren mach van desen feete (nl. de heiligschennis) ende hem der af absolveren, ende die absolucie overbringhen, mencioen makende dat hy tfeet belyt heeft, ende dat hyt dede... tsente Niclaeus in de ghewyde kercke’Ga naar voetnoot(29). Treffend is echter het relatief grote aantal bedevaartplaatsen uit de Provence en het Franse Zuiden die in de Vlaamse tarieflijsten voorkomen. Dit moet zeker samenhangen met het centrum Avignon, met de druk begane en bereden reisroute en met de kolonie van onze curialisten in de Pausenstad. Het tarief van Oudenaarde (1338) heeft een totaal van 47 bedevaarten, waarvan acht (d.i. ⅙) in het Franse Zuiden gelegen zijn. De namen zijn: O.L. Vrouw te Alet; Saint-Gilles in Provence; O.L. Vrouw te Vauvert (bij Nîmes); Saintes-Maries-de-la-Mer; Saint-Florent te Orange; Sainte Marie-Madeleine (bij St. Maximin, de beroemde Spelonke of Sainte-Baume); Saint-Victor te Marseille; Saint-Guilhem-le-Désert (bij de belangrijke handelsstad Montpellier). Ten slotte mag ook de vermaardheid in Vlaanderen van ‘Onse Vrauwe ten Putte’ (al. te Puuts) voor een deel aan de betrekkingen met Avignon toegeschreven worden. Het heiligdom van Le Puy (en Velay) was door een goede bedevaartweg over Montpezat-Aubenas met de Pausenstad op de Rhône verbonden. | |||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||
Van Avignon mogen we niet scheiden zonder de beroemde pont d'Avignon uit de geschiedenis en het volkslied te noemen. In de middeleeuwen waren er, tussen Lyon en de zee, niet meer dan drie stenen bruggen over de Rhône: te Lyon, te Pont-St.-Esprit (bij de uitmonding van de Ardèche) en te Avignon. De brug van Avignon was, volgens de overlevering, gebouwd door de heilige Bénézet, een jonge herder, die door zijn woord en voorbeeld een broederschap van bruggenbouwers (Frères Pontifes) in 't leven heeft geroepen. Die broeders zijn het die later, juist tegen de komst van de paus naar Avignon, de andere brug (St.-Esprit) op de stroom hebben gebouwd. De bruggestad Avignon heeft dan ook een belangrijke plaats veroverd als etappe op de Romeweg die, over Aix en Nice, de bedevaarder leidde naar Menton, waar hij inscheepte voor Pisa om over Siena de Heilige Stad te bereiken. Bij de terugreis uit Rome werd, vanuit Menton, ook soms de Alpenroute verkozen, nl. de weg over de Col de Larche (Maddelena) die over Barcelonette en Sisteron op Avignon uitliep. Zelfs de overgang van Piacenza-Alessandria naar Avignon via de Mont-Cenis was voor onze Vlaamse Romevaarders geen onbekende. Tot in de volle 17e eeuw (Surius) zal Avignon zijn plaats behouden op de meest westelijke route Vlaanderen-Rome.
a. viaene |
|