Mengelmaren
De windmolens in 1966
De herstelde stenen molen van Beveren-IJzer is opnieuw in bedrijf.
De herstellingswerken te Kortemark zijn nu volledig beëindigd: verleden zomer werd het kruis, fokwiek, ingetrokken. Met elevatoren werd de bediening van de molen zo gemakkelijk mogelijk gemaakt. De molen is nog niet in bedrijf genomen.
De stenen molens van Hulste en Ruiselede (Billiet) wachten op herstel.
Begin september 1966 werd de houten molen boven een maalderij te Roesbrugge-Haringe volledig afgebroken.
Op 1 december 1966 werd de Herentmolen te Meulebeke, die stil stond sinds het overlijden van Maurice Allaert, weerom in gebruik genomen door dezes zoon, Michel Allaert.
Belangstelling voor de geschiedenis van de techniek, onderdeel van de beschavingsgeschiedenis, opende nieuwe molenmusea. Wijzen we er op dat in Engeland met tussenkomst van het Ministerie van Arbeid volledige negentiende-eeuwse nijverheidscomplexen als Industrial Monuments geklasseerd en tegen afbraak of wijziging worden behoed.
Te Leiden werd op 2-6-1966 het molenmuseum in De Valk geopend: de oude walmolen werd museum met materiaal en zaken die in betrekking staan tot het bedrijf. In IJzendijke (Zeeuws-Vlaanderen) werd op 24 juni 1966 de volledig vernieuwde korenmolen ingehuldigd, eigendom van de gemeente.
Op 6-11-1965 werd te Moulins (Frankrijk, dep. Allier) in het folkloremuseum een molenzaal geopend. De verzameling is nu uitgebreid tot 300 stuks, tentoongesteld in drie zalen. Betrachting is er ook een ‘Musée Universel des Moulins’ in te richten. In Frans-Vlaanderen werden de molens van Boeschepe, Hondschoote (Sterremolen) en Steenvoorde (Drivenmolen) aangekocht door de gemeentebesturen met tussenkomst van de Conseil Général du Nord. De twee eerstgenoemde molens werden in 1966 prachtig hersteld. Op het beleg werd niet gespaard: gespleten eiken schalieën en kastanjehout.
Te Saint-Hubert (Prov. Lux. B) werd een nijverheidsinstelling, le Fourneau Saint-Michel, gebouwd in 1771 en geklasseerd in 1952, volledig gerestaureerd als overblijfsel van de plaatselijke metaalnijverheid: woonhuis, houtskolenmagazijn, oude oven en plaatslagerij. In 1966 werd daar nu ook een schorsmolen opgericht, overgebracht uit de omgeving van Gedinne. In de toekomst worden er nog andere watermolens bij gebouwd: een 18de-eeuwse zagerij uit Wibrin en een korenmolen uit Bodange.