De honderdste hofstede is voor de koning
Vraagwinkel hiervoor blz. 260
Over de pacht van honderd jaar ‘die onmogelijk is’, heb ik nooit horen spreken. Wel echter over die honderdste hofstede ‘die voor de koning is’. Te Kortrijk heb ik dat meer dan eens horen zeggen. En ik zie dat Biekorf daarover heeft geschreven vroeger (1946, 92-93; 119-120): niet alleen over de honderdste hofstede, doch ook over het honderdste huis en de honderdste molen die voor de koning zijn. Te Kortrijk zei men van ‘'t gouden kind’ zaliger (Juffrouw Goethals) dat zij 99 hofsteden had en dat de honderdste in goud op de schouw stond in haar salon.
p.d.