Ghemeene rauwe coelt wel
De Ieperse kroniekschrijver Augustijn van Hernighem beschrijft uitvoerig de grote droogte waarvan hij getuige was in de zomer van 1590: in augustus voorzagen de vetleggers (vetweiders) dat zij algemeen groot verlies op het uitbestede vee zouden lijden; maar, zo voegt de wijze koornmeter erbij: ‘ghemeene rauwe coelt wel’. (Biekorf 1958, 221). Rauwe = rouw.
Dit welluidende spreekwoord is, voor zover ik weet, in de woordenboeken onbekend. Het stemt overeen met een jongere, niet te dateren vorm: ‘Gemene last is licht om dragen’.
De gedachte zelf lag reeds uitgedrukt in een oud grieks spreekwoord dat door Erasmus in het latijn werd overgezet: ‘Commune naufragium omnibus solatium’ (Adagia 1523). Hoewel dit woord ons dichter brengt bij het fatalistische: ‘Als de hemel invalt, we zitten er allemaal onder’. De Ieperse spreuk van 1590 is eerder optimistisch en ligt in de lijn van de bekende troost van de Vlaming.
Van Hernighem was een rederijker en had een zekere belezenheid. Het is echter niet uitgesloten dat hij de ‘vinder’ is van de pittige vorm van dit spreekwoord.
c.b.