Naar het pensionaat te Tielt. 1792.
Mijnheer en Joffrouw!
Gelijk UE. mij verzoekt te weeten, par voerman Wontergem, de grootte van de maltrasse voor uwen zoon, ik hebbe d'eere UE. te zeggen dat alle degeene die in mijne school zijn, zommige twee ellen en half en andere dry ellen min een quaert lang zijn, op de breedde van twee ellen min een quaert: het is beter een vierendeel te lang als te kort; dog UE. zult hier twee koordekens vinden, het een zal de langde, en het ander de breedde aanwijzen. Het onderbedde moet dezelve grootte weezen.
In afwagting van het genoegen van UE. mondelinge haest te zullen spreeken, ik hebbe d'eere met agtinge te zijn, Mijnheer en Joffrouw.
UE. dw. dienaer P. D'haeyere
maitre de pension dans la ville de Thielt.
Deezen 17 Junij 1792.
[Adres op de buitenzijde:] Mijnheer, Mijnheer de Larue, tot Brugge.
Brugge Stadsarchief, Verzameling: Autografen, nr. 1380.
A.S.