Biekorf. Jaargang 55
(1954)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |
Marktliederen over emigratie naar Vera-PazIn Biekorf werd verleden jaar een klein debat gevoerd over een koordedansliedje heden ten dage opgetekend: ‘Wie gaat er mee naar Amerika’? M. Van Coppenolle zocht het verband tussen die verwrongen brokstukken, nu nog bij een kinderspel gezongen, en de periode van ellende in onze gewesten circa 1843-45, gevolgd door een poging van kolonisatie te Vera-Paz in Guatemala.Ga naar voetnoot(1) Volkskundige bewijsstukken ontbraken om het kinderliedje met volledige zekerheid te dateren. Hierop drukte L. V(an) A(cker) als zijn mening uit, dat het liedje met als incipit ‘Wie gaat er mee naar Amerika?’, en aldus opgenomen te Sint-Baafs (Sint-Andries), in Midden-West-Vlaanderen, en in het land van Dendermonde en het Waasland,Ga naar voetnoot(2) zijn ontstaan niet te danken heeft aan het Vera-Paz-avontuur, maar eenvoudig zinspeelt op de massale uitwijking naar de Verenigde Staten circa 1870-80. Aldus zou de naam ‘Amerika’ van eerstaf in het straatlied en later in het kinderlied hebben weerklonken. Wij hebben een poging gedaan om dit klein meningsverschil met behulp van volkskundige documenten bij te leggen. Reeds vóór ons wees een Biekorver op een Pierlala-liedje, in de ‘Geschiedenis van Heule’ opgetekend, waarin Verapa slechts even wordt vermeld en dat dagtekent uit de jaren 1845-48. Pierlala kwam reeds menigmaal uit zijn graf om de wantoestanden te laken en de waarheid te verkondigen. Hij wees ons dan ook duidelijk de weg naar Vera-Paz. In het kinderliedje schijnt het ons als zeker, dat oor- | |
[pagina 258]
| |
spronkelijk ‘Vera-Paz’ werd gezongen. We bezitten een tamelijk oude opname, uit de handschrift-nota's van Kan. Amaat Joos, met de volgende tekst: Wie gaat er mee naar Verrepa
Daar moeten wij niet werken
We eten en drinken op ons gemak
En slapen gelijk de verkens.
Die opname is uit het Meetjesland afkomstig en dateert van Februari 1889. Mogelijk is dit de oudste Verapaz-versie rechtstreeks uit de volksmond opgenomen. In die tijd was de eerste vloed van emigranten naar Amerika reeds uit ons land vertrokken. Dit bewijs, hoewel alleenstaande, bevestigt onze mening, dat de gedaanteverandering Verapaz-Amerika in het kinderliedje na 1890 heeft plaatsgegrepen. Het liedje onderging intussen nog een gedaanteverandering, toen in 1867 vrijwilligers opgeroepen werden om Maximiliaan en Charlotte te vergezellen naar Mexico. De Antwerpse mannekens die de soldij bij voorbaat besteedden zongen: ‘Wie gaat er mee naar Mexico....’
op een wijsje uit Rigoletto van Verdi.Ga naar voetnoot(1) Enkele gelukkige vondsten brachten ons midden in het Vera-Paz-avontuur, dat een interessante weerklank heeft gevonden op het repertorium van de marktzangers in geheel het Vlaamse land. In hun liederen wordt evenveel gesproken van een onbepaald ‘Luilekkerland’ waarheen wordt gevaren, als van het authentieke ‘Vera-Paz’, dat zelfs als een eiland wordt voorgesteld en bezongen. We geven hierna de beschrijving van enkele marktliederen alle op vliegende bladeren ontdekt; we wijzen op hun voornaamste eigenschappen en publiceren de teksten die als de merkwaardigste in de Vera-Paz-geschiedenis mogen gelden. | |
1. Liederenbeschrijving (Ga naar voetnoot(o))A. Nieuw Liedeken.Stemme: het Oorlogschip. Inc.: Rosa aenhoort myn klage... Expl.: Wy gaen byde naer Verapa. Inh.: Een jonge | |
[pagina 259]
| |
man heeft een verbintenis getekend om te vertrekken naar Verapa. Hij overtuigt zijn lief Roza hem te vergezellen naar het nieuw beloofde land. (7 str van 7 v). (Te Antwerpen) gedrukt bij J.H. Conart. Gedicht en gezongen door Vandenbergen en zyne vrouw. Stadsbibliotheek Antwerpen, nr E. 66164. Die verzameling van gedrukte marktliederen staat bekend als de ‘bundel van Havre’ en werd volledig beschreven door W. Koninckx. [Twee kostbare Liederboeken, in: Verslagen en Mededeelingen van de Kon. Vl. Academie 1931, 483-580. Ons lied op blz. 564, nr IV, c]. Dit vl bl is in handschrift gedateerd van 12 Mei 1843. Volgens M. Luwel (Vlaanderen in het buitenland, in: Vlaanderen door de eeuwen heen, Brussel 1952, dl. ii, 89) verlieten de eerste uitwijkelingen Antwerpen op 16 Maart 1843. Die belangrijke actualiteit werd door een Antwerps liedjeszanger in zijn repertorium opgenomen. Het stuk zelf is vooral belangwekkend, omdat het een beschrijving bevat van hetgeen in het beloofde land aan de uitwijkelingen was voorgespiegeld. (Zie bijlage A, str 4, 5, 6). | |
B. (Vignet: een driemaster). Vertrek naer het eyland Verapa.Op een bekende wijs. Inc.: Men hoort in Vlaenderen en in Braband. Expl.: Want de stoomboot vertrekt stracks / naer het eyland verapas. Inh.: Aan alle ambachtslieden en handelaars die te klagen hebben over de slechte tijd wordt aangeraden naar het eiland Verapas te vertrekken. (9 str van 8 v). (Antwerpen) Ter Drukkerij van J. Thys. Uit dezelfde bron als lied A. [Zie VMVA 1931, 517, nr 34, b]. | |
C. Liedeken.Stemme: van Verapa. Inc.: Adieu schoon Gend, ik ga van hier. Expl.: naer Verapa met veel plaisir. Inh. De tijd van Napoleon wordt verheerlijkt, de machines worden verwenst, de Gentenaren vertrekken met veel plezier naar gunstiger oorden. (5 str van 8 v). Te Gend, by L. van Paemel. Universiteitsbibliotheek te Gent nr G. 4315, een bundel marktliederen. Lied C komt voor op een vl bl van vier blz., waarop vier liedjes staan gedrukt. | |
D. Verstraete vaert naer 't Lekkerland.Stemme: van Koben den zeeman. Inc.: Bankeroutiers hebt maer geduld. Expl.: Adieu Vlaenderen en Braband / Wij gaen naer 't Luy-Lekkerland. Inh.: Oproep gericht tot allerlei ambachtslieden en handelaars om het vaderland en de slechte tijd vaarwel te zeggen en zich in te schepen met | |
[pagina 260]
| |
Verstraete en mee te varen naar 't Luilekkerland. (8 str van 8 v). Nr 9. In den Hemel. - Te bekomen by Lambin-Verwaerde, Drukker en Boekverkooper, Rysselstraet, no 23, te Yperen. Universiteitsbibliotheek te Gent, nr 203 D 9, een verzameling van het genummerde fonds van vl bl uit voormelde drukkerij te Ieper. Die versie vertoont veel gelijkenis met versie B. Enkele verzen zijn woordelijk dezelfde. Zonder twijfel is het hier bedoelde Luilekkerland Verapaz. We hebben de bewering niet kunnen controleren als zou Verstraete, een Ieperling en zeekapitein geweest zijn, die op Verapaz vaarde. Misschien weet iemand uit Ieper ons hierover in te lichten. | |
E Reis van Amerika (vignet: een zeilschip).(Geen sternaanduiding). Inc.: Adieu lief het is tyd, ziet ik ben bereyd. Expl.: o jonge jeugd ziet wat ik heb gedaen / met naer America te gaen. Inh.: Ferdinand neemt afscheid van zijn lief om naar een niet nader bepaald land in Amerika uit te wijken. Na drie jaar krijgt zij een brief, die haar meldt, dat haar lief ginds de dood vond. In die laatste brief wordt de spijt uitgedrukt over de uitwijking. (5 str van 8 v). (Gent). I.C. Van Paemel, Viollettestraet 3. Gezongen door Regelbrugge en Vrouw. Universiteitsbibliotheek te Gent, nr 144 A 7, een bundel marktliederen. Op hetzelfde vl bl wordt een moordverhaal gegeven gedateerd van 1857. Zekerheid hebben we niet, dat het lied op de uitwijking naar Vera-Paz zinspeelt, het kan ook de uitwijking naar Brazilië bedoelen. Men zie hierover het volgende lied. | |
F Een landverhuizerslied. Vertrek der Antwerpenaars naar Brazilië.(Geen stemaanduiding). Inc.: Adieu dan Antwerpen, al mijn vrinden. Expl.: Wandelen met een zwarte meid. Inh.: Antwerpenaars vertrekken voor twee jaar naar Brazilië om aldaar een ‘plaisant’ leven te leiden en met de zwarte meiden te zwieren. (5 str van 8 v). Tekstuitgave: D. Wouters, Van Water en Wind in Zee- en Vissersliederen. 's Gravenhage 1943, 104. (dl. V van de reeks: Liederen uit de Oude Doos), Naar een niet nader bepaald vl bl uitgegeven, en door de auteur gedateerd op 1860. Over de uitwijking naar Brazilië, zie M. Luwel (o.c. blz. 90). Het lied moet waarschijnlijk vroeger of later gedateerd worden, ofwel circa 1850, ofwel circa 1890. Het is dus mogelijk dat ook versie E op dit tijdperk van uitwijking wijst. | |
[pagina 261]
| |
2. Bespreking en vergelijking.1. De economische toestand in Vlaanderen. - Bij onze reeks marktliederen behoort het overzicht over ‘arm Vlaanderen’ uit het midden van de 19e eeuw. M. Lamberty heeft die periode uitstekend behandeld in het laatste deel van de ‘Geschiedenis van Vlaanderen’ (Antwerpen, Standaard, z.j. dl. vi, 126-143, en vooral 135-137). Armoede gold als een gevolg van de werkloosheid, de overgang van handwerk naar machinaal werk verwekte een crisis, die haar hoogtepunt bereikte in 1840. In 1847 was er in Oost- en West-Vlaanderen gemiddeld één inwoner op drie ten laste van het armbestuur gevallen. Ook de voedingsmiddelen van de lagere standen ontbraken ten gevolge van de aardappelplaag (1845) en van de mislukte graanoogst (1846). Gedurende drie jaren heerste er hongersnood. Hierna kwam er een typhus- (1846-48) en later een choleraepidemie (1848) de bevolking zwaar teisteren. De tegenspoed, die het zwaarst de lagere standen trof, veroorzaakte uitwijking in verschillende richtingen, vele dagloners trokken naar Wallonië en Noord-Frankrijk, een klein gedeelte liet zich ook verleiden tot het Vera-Paz-avontuur. 2. De economische toestand in het Marktlied. - Bijna al de hier behandelde marktliederen hekelen de dramatische levensomstandigheden. In versie C str I zegt de Gentse zanger bondig: ‘al d'ambagten zyn te niet / den werkman die leeft in zwaar verdriet.’ En hij wijst hiervoor ook de oorzaak aan: ‘De machinen die mekaniken / den duyvel moest hun verslaen.’ De versies B en D vermelden de verschillende ambachtslieden en handelaars, voor wie het bijzonder slecht gaat: de conducteur der vigilante, winkelier en herbergier, handelaars allerhande, wever en schrijnwerker, smid en schoenmaker, kleermaker en mulder, tandentrekker en operateur. Zelfs voor de liedjeszangers deugt het niet meer. En, och arme, de vrouwen worden niet meer ten huwelijk gevraagd en ook de meiskens van | |
[pagina 262]
| |
plezier zitten in grote nood. Een paar zangers wenden zelfs hun blik naar de politieke gebeurtenissen: in versie C hemelt de Gentenaar het tijdvak van Napoleon op, en in de reeds vroeger vermelde Pierlala-versie (Heule) huldigt de zanger zeer orangistische gedachten. Voor al die lotgenoten bieden de liedjeszangers, die zelf aan wal blijven, de enige goede uitkomst: varen naar Vera-Paz, het nieuwe Luilekkerland. 3. De Vera-Paz-mogelijkheden in het marktlied. - Hierover vinden we het meest in versie A van de Antwerpse zanger Vandenbergen. Het nieuws over het afreizen van een bisschop en 20 geestelijken, die een kerk (praefabricatie?) in de stoomboot hebben geladen, zal wel uit de lucht gegrepen zijn. De zanger schat de uitwijking van één jaar op tweeduizend mannen en vrouwen. Ieder uitwijkeling moet een contract tekenen op ‘3 boekskens’, hij zal ginder voor het gouvernement zes uren per dag moeten werken, hij krijgt land toegewezen en extra-land zal bovendien gelden als gebeurlijke geboortepremie, indien man of vrouw ginder sterven worden de kinderen ‘in het pensionnaet’ opgenomen! Als men alles overschouwt, mag het ons niet verwonderen, dat in versie A de lichtgelovige Ferdinand zijn geliefde Rozalie met al die kastelen.... in Verapaz kan verblinden en tot gezamelijke uitwijking kan overhalen. In versie C verneemt men heel weinig over Vera-Paz, de zanger hoopt enkel, dat in het vreemde land ‘God ons zal bewaeren’, 't is de enige die zich aldus uitspreekt. In versie B wordt mogelijk lichtjes overdreven, als zelfs aan 80-jarige dames een voortreffelijk huwelijk op Amerikaanse bodem wordt voorgespiegeld. Ook de Ieperse versie D is de dames, die als modepopjes en ‘dochters met verbrande billen’ worden afgeschilderd, zeer welwillend. 4. Vera Paz en het Luilekkerland. - De Ieperse versie D vermeldt Vera-Paz niet, maar looft Verstraete's boot- | |
[pagina 263]
| |
tocht naar 't Lekkerland. Heel oorspronkelijk is die vondst eigenlijk niet. ‘Het Koddige reisgezelschap naar Luilekkerland op de wijs Van 't poortje’ werd overgedrukt door D. Wouters (De vrolijke lachduif. Humoristische liederen, 's Gravenhage 1943, 50-53, dl. vi van de: Liederen uit de Oude Doos). Zoals steeds het geval is bij die auteur wordt het vl bl niet nader beschreven, wel op 1830 gedateerd. Dit, zeer waarschijnlijk Noord-Nederlands, marktlied heeft naar de inhoud veel gemeen met onze versie D, die over 't Lekkerland spreekt, en met versie B, die Vera-Paz als een lustoord beschrijft. Over de populariteit van het Luilekkerland in de volksliederen en de volksprenten in onze gewesten vindt men beschrijving en afbeeldingen bij Em. H. Van Heurck en G.J. Boekenoogen (Histoire de l'Imagerie Populaire Flamande... Brussel 1910, 127-130 en verder). 5. Latere uitwijking in het marktlied. - In de versie E ontbreekt de zekerheid welke Amerikaanse gewesten besproken en vermaledijd worden. Dit tragisch lied van avontuur en minne biedt, als men het naar de datering wil beoordelen, verschillende mogelijkheden. In versie E schuilen geen geheimen, de ongeveer gelijktijdige uitwijking naar Brazilië wordt er als een zeer aangename verpozing voorgesteld en de Antwerpse reizigers blijken vooral belust op exotische avonturen met negerinnetjes. Latere uitwijkelings-liederen hebben we tot nu toe niet opgetekend, alhoewel Noord-Amerika wel op het marktliederenrepertorium zal hebben gestaan. D. Wouters heeft een paar Noord-Nederlandse versies opgenomen: Noord-Amerika (Bittere Pillen. Satirische liederen, 's Gravenhage 1943, 103-4, gedat. 1865) en: Landverhuizers (De Tranenkruik. Sentimentele liederen, 's Gravenhage 1943, 103, gedat. 1885). 6. Besluit. - Het Vera-Paz-avontuur leverde de liedjeszangers zowel politieke als economische en sentimentele mogelijkheden. Ze hebben er naar hun beste | |
[pagina 264]
| |
vermogen gebruik van gemaakt en waarschijnlijk in grotere hoeveelheid dan hier verzameld kon worden. Thans bieden die liederen ons een echo uit een der droevigste perioden van onze vaderlandse geschiedenis. Reeds lang zijn die uitwijkelingsliederen uit de volksmond verbannen, maar ondanks hun relatief korte actualiteit bleef hun nagedachtenis bewaard in een ‘Amerika-vorm’ van een hedendaags nog algemeen bekend koordedansliedje. Zo werd het Vera-Paz-Amerika geval een prachtig voorbeeld van taaie volksoverlevering. H. Stalpaert | |
3. Tekstuitgaven.A. Nieuw LiedekenStemme: Het Oorlogschip Rosa aenhoort myn klage
ik wil het u doen verstaen
het word tyd dat ik het u kom vragen
of gy met my wilt mé gaen
ik heb myn handschrift gegeven
ik vare naer Verapa
daer zullen wy in den trouw leven
en blyft gy hier Rosalie en ik gaen)
naer het eyland Verapa ) bis
Een bisschop 20 geestelyken
zyn gevaeren naer het eyland
daerom laet uw liefde blyken
gaet mé met u lieve Ferdinand
en vreest voor druk of bezware
dan keere wy toch wederom
ach lief het is maer voor 2 jare
en blyft...
Een kerk en verscheyde gebouwen
wird op de stomboot gedaen
over 1 jaer 2 duyzend mans en vrouwen
zyn ook naer Verapa gegaen
wat willen wy hier blyven maeken
ons ouders en vrienden zyn dood
groote last om aen den kost te geraken
en blyft...
| |
[pagina 265]
| |
Rosalie wilt alles wel bemerken
het is voor het gouvernement
6 ueren per dag moet men werken
lief zegt toch dat gy zyt content
huys land al wat u komt mankeren
krygt gij als gy komt in dat land
daer komen zy u te placeren
blyft gy...
Gy zult zoo geen gunst hier verwerven
Rosalie gelooft my met er daed
komt de vrouw of de man te sterven
de kinders gaen in het pensionnaet
en ieder kind dat gy komt te baeren
krygt gy zoo veel land daer by
ach lief laet ons toch maer me vaeren
blyft gy...
Ik heb 3 boekskens gekregen
waer ik heb myn handschrift gesteld
Rosalie overdenkt toch eens wel
wilt dat met aendacht overlezen
en lief vaert toch mé met my
niemand kan myn smerte genezen
en blyft...
Ferdinand gy komt myn hert bekoren
en wil aen u verzoek toestaen
wy zyn voor melkanderen geboren
staekt alle u klagten en getraen
wy zullen naer Verapa zweven
en daer trede in de echte trouw
en in vreugde met malkanderen leven
laet ons roepen adieu Rosalia)
wy gaen byde naer Verapa ) bis
| |
B. Vertrek naer het eyland VerapaOp een bekende wijs Men hoort in Vlaenderen en in Braband
veele van den werkman klaegen
trekt nu geen droefheyd niet meer aen
ons aremoed is gedaen
daer is nu eenen stomboot
| |
[pagina 266]
| |
hy is wyt en lang breed en groot
om al die wilt van Belgica
te brengen naer Verapa
Maekt u bereydt conducteur
die vigilanten voeren
Verapa is voor u bonheur
daer en reyd geen à vapeur
gy die nu in koude moet staen
voor een man of twee op te laen
spoed u den stomboot vertrekt stracks
naer het eyland Verapas
Uytgezetten winkelier
en groote nieuwe ryke
den tappers-baes of herbergier
komt spoed u maer alhier
zyt gy geworden door den tyd
uw meubels geld en kleeren kwyt
spoed u...
Banqueroutiers hebt maer geduld
en die koophandel dryven
en die hier zitten in de schuld
in Verapas gy zult
zyt g'hier geworden heel te niet
g'hebt in Verapas nieuw crediet
spoed u...
Den wever die met zyn getouw
zyn brood niet meer kan winnen
hy weeft hem zuyver mat en flouw
zyn kinders en zyn vrouw
met weynig speys en zonder brood
ja van den honger schier half dood
spoed u...
Schrynwerkers, Smet en Cordonnier
spinders van de fabriken
komt en vaart met ons maer mé
verlaet uw Dorp en Sté
kleerverkoopers van langst hier
den werkman heeft geen vertier
spoed u...
| |
[pagina 267]
| |
Meyskens leeft gy in het getreur
en wilt geen droefheyd maeken
gy zult wel haest tot u bonheur
nae Verrepa geraeken
al waert gy by tachentig jaer
gy krygt nog eenen jongman daer
spoed u...
Gy liedtjes zangers langs de baen
gy waert eertyds groote heeren
die met groote schilderyen staen
verkoopen is gedaen
orgelisten wilt u maer spoen
spelen op straet moogt gy niet doen
spoed u...
Mynen stomboot is wel gedaen
met alle braeve lieden
om naer de Verapas te gaen
en als' er hier nog staen
die met veel schuld zyn overlast
ziet dat gy op uwe uer wel past
want de stomboot vertrekt stracks
naer het eyland verapas.
| |
D. Verstraete vaert naer 't Lekkerland.Stemme: van Koben den zeeman. Bankeroutiers hebt maer geduld,
Voddemans met u gat vol schuld,
Iedereen zegt 't is slegten tyd,
Maer 't is dat gy niet slim en zyt,
Die zonder geld niet meer kan haelen,
En niet en heeft om te betaelen,
Verstraete die heeft een schip op strand
Om te vaeren naer 't Lekkerland.
Wevers en maekt nu geen verdriet,
Slaet u schietspoel door het riet;
Uytgetapte herrebergiers,
Kaele bakkers en winkeliers,
Uytgeschudde nieuwe ryke,
Visch-verkoopers van gelyke,
Steekt met Verstraete u van kant,
Om te vaeren naer 't Lekker-land,
| |
[pagina 268]
| |
De Kleermaekers groot en kleyn,
Die mogen op het schip ook zyn,
Komt schoenlapper bly van geest,
Wilt uwen hamer, tang en leest,
Altemael in uwen spanriem knoopen,
En laet dan Crispijn maer loopen,
Steld uwe armoede maer van kant
Om te vaeren naer 't Lekker land.
Ryke koopmans zonder geld,
Die en worden niet veel geteld,
Zonder geloof of crediet,
'K bid u en treurt doch daerom niet,
Komt op het schip al van Verstraete,
In twee dagen hebben wy baeten,
Naer het Luy-Lekker-land vermeld,
Daer de boomen draegen geld.
Al die krom gaen en gebuld,
Door het gewigt van de schuld;
De mode poptjes ryk in schyn
En zonder brood of boter zyn;
De dochters met verbrande billen,
Zullen de Venus-jonkers willen,
Blink-verkoopers van gelyk.
Worden in 't Lekker-land weêr ryk.
Onze mulder die is al zot,
Om dat de meel-kist is in slot;
Waer door dat dien armen man
Niet meer scheppen of gieten kan:
Klemt op 't hoogste van uwen molen.
En laet u van de trappen rollen,
Wilt met ons naer 't Lekker-land gaen,
Daer en woonen geen ratten in 't graen.
Liedje zangers, zelden ryk,
Tanden-trekkers vol pratyk,
Operateurs met uw verstand,
Neemt uwen rietstok in de hand,
Komt met den balsem en paquetten
Naer het Luy-Lekker-land: ik zal wedden
Dat gy met uwen orvitaenGa naar voetnooto)
Op den hoogsten trap zult staen.
| |
[pagina 269]
| |
Verstraetes schip is wel voorzien,
Met alle slag van brave liên,
Bankeroutiers en krottist
Die en worden er niet gemist:
Wy en vreezen voor geen bezwaeren
Als wy zyn over de baeren,
Adieu Vlaenderen en Braband,
Wy gaen naer 't Luy-Lekkerland.
|
|