Wratten afwerpen en overdragen
Dat gebruik is in West-Vlaanderen tegenwoordig nog zeer verspreid, zoals blijkt uit rapporten van ziekenverpleegsters.
Zeer algemeen is de methode van het wijwatervat. De varianten komen hier zeer talrijk voor.
Men moet de hand met de wratten (worten) indompelen in het wijwatervat ‘in een kerk waar men nog nooit geweest is’ (Brugge, driemaal. St. Andries. St. Michiels. Lissewege. Oedelem. Wingene. Oostende. Roksem. Veurne. Izegem. Ledegem. Menen. Vichte. Wervik). Voor Zuienkerke noteert men: ‘in een niet-parochiale kerk’. Volgens een paar opgaven mag het ‘in gelijk welke kerk’ zijn (Brugge. Meulebeke); te Zwevegem luidt het: ‘de handen wassen in een kerk’, zonder meer.
Na de indompeling moet men ‘weggaan zonder omzien’ (Brugge). De handeling wordt ook omstandiger uitgevoerd: indompelen, zijn kruis maken en de hand met de wratten afwissen aan iemand die vóór u gaat. (Assebroek).
Bij het indompelen (in een kerk, zonder nadere bepaling) laat men een geldstuk in het wijwatervat vallen. (St. Andries. Moere. Klerken. Roeselare. Dadizele. Moorslede. Staden). Anders nog: indompelen, een geldstuk inwerpen en zijn kruis maken met wijwater. (Wielsbeke).
Eén geval zegt: ‘ze [de wratten] gaan verkopen’ - en wel op de volgende wijze: de hand in een versen wijwaterbak na Pasen of Sinksen indompelen en een geldstuk inwerpen; degene die het geldstuk wegneemt, krijgt de wratten mee (Ieper).
Het Zuiden komt ten slotte met ‘geld inwerpen’ alleen, zonder indompeling van de hand. ‘Een kwartje (0,25 fr.) inwerpen (in gelijk welke kerk): die volgt neemt de worten over’. (Kortrijk, tweemaal). Een kluite (0,05 fr.) inwerpen in een vreemde kerk’. (Bissegem).
Tot hier het wijwatervat.
Andere bemiddelaars bij het afwerpen en overdragen zijn: de aardappel, spek (vlees) en stro (strohalmpje).
Op de wratten wrijft men de binnenzijde van een doorgesneden aardappel, deze stopt men dan in de grond; wanneer hij rot is, zijn de wratten verdwenen. (Brugge. Zedelgem. Pittem). Dezelfde behandeling wordt uitgevoerd met een doorgesneden appel (St. Andries); met een stukgesneden ajuin (Izegem) die men moet wegwerpen in de beerput zonder dat de patiënt ervan weet (Oostende).