Biekorf. Jaargang 55
(1954)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNog over Duitse schapersIEr was een keer een Duitse schaper en hij wachtte zijn schapen op sommigte stikken waar dat hij niet mocht komen van de boeren. Zeggen en hielp niet en de ‘Sandarms’ gingen er korte metten mee maken en hem zonder veel complimenten van 't land jagen. Maar lijk of dat ze bij hem kwamen was de schaper en zijn kudde al met een keer verdwenen en er stond daar een tronke met een g'helen hoop molshopen errond. Met rooie waren de gendarmes weg of de schaper was daar ware gezet. | |||||||||||||||||||
IIEen Duitse schaper vroeg een keer aan een boer om zijn schapen te laten de klaver afwachten die gezaaid was tussen d'haver. d'Haver was gepekt, gebonden en gestuikt, maar de belletjes waren nog niet gerakeld. ‘Dat is niets, zei de schaper, ze gaan aan de belletjes niet roeren.’ Waarlijk, de schapen peuzelden juiste van de klaver en lieten d'haver liggen. Op ieder belletje zat er een kleen duiveltje dat in de schapen hulder mulle stekte. Deze beide korte verhalen werden te Dudzele opgenomen. In doop- en trouwregisters uit het begin van de 19e eeuw die zich in het kerkarchief van dezelfde gemeente bevinden, zijn de hiernavolgende personen vermeld, afkomstig uit Nederlands-Limburg. | |||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||
Duitse schapers kwamen in die periode nogal talrijk naar onze streken overgewaaid. Van de Pijpers en de Lutters weten wij reeds dat het schaapherders warenGa naar voetnoot(1), en de andere zullen het waarschijnlijk ook wel geweest zijn: ze komen immers allemaal uit dezelfde hoek, en vreemdelingen uit andere afgelegen streken worden in vermelde registers om zo te zeggen niet aangetroffen. Onze doopregisters vermelden aldus:
Trouwregister 1835 vermeldt: Petrus Kalers uit Roggel. Uit Belgisch-Limburg vinden wij nog in de doopregisters vermeld:
Deze twee laatste personen mogen misschien ook bij de Duitse schapers gerangschikt worden. A.M. |