Drielingen en driekoningen
Men weet dat de doopnamen Noël (Natalis) en Noella - ook voortlevend in de familienamen Noel, Denoel Noellet - meestal voortkomen van een naamgeving die ingegeven werd door de datum van de geboorte: ‘een kind geboren op Kerstmis of daaromtrent’.
Ook de namen Gaspar, Melchior en Balthazar werden vroeger - en tegenwoordig kan men nog hier en daar een Gaspar ontmoeten - als doopnamen gegeven, en leven nog als familienamen voort. Men mag aannemen dat deze namen meestal gegeven werden aan kinderen die op of omstreeks het Driekoningenfeest gedoopt werden In de Middeleeuwen kan echter de bedevaart naar de Drie Koningen te Keulen in sommige gevallen aan de naamgeving hebben meegewerkt.
Werd een mannelijke drieling geboren omstreeks Driekoningen, dan werden de kinderen met de traditionele namen van de Drie Wijzen uit het Oosten getooid. De twee volgende voorbeelden uit de 18e eeuw wijzen voorzeker op een traditie die met dat uiteraard zeldzaam geval verbonden is.
Het eerste en best bekende geval is dat van de drieling van Wichelen bij Aalst in 1792. Het werd door de Gazette van Gend (20 Febr. 1792) uitvoerig beschreven en daaruit in ‘Den Oprechten Vlaemschen Almanak voor 't Jaer ons Heere 1793’ (Brugge, De Moor en Zoon) overgenomen. De Potter en Broeckaert hebben het een eeuw later in hun geschiedenis van Wichelen (Gemeenten Oost VI. IV, 3, blz. 39 41; Gent 1893) naverteld. Het relaas in de Almanak luidt als volgt:
‘Den 3 January 1792....... is binnen Wichelen, Land van Aelst, 's morgens om zeven uren, op min als een half ure tyd gelukkiglyk verlost van dry kloeke gezonde Zoonen, Marie Anna Rasschaert, Huysvrouwe van Joannes van Accolyen, de welke 's naer middags onder het geluyd van alle de klokken, in de Parochiale Kerk gedoopt en genaemt zyn: Gaspar, Melchior en Balthazar. Gaspar, wezende den zevensten Zoon, geniet benevens Melchior en Balthazar, syne Moeder en alle syne voorgeboorne Broeders, eene gewenschte welvaerentheyd’.
De kerkgang voor deze drieling met een zevende zoon werd op 9 Februari met ongemene luister gevierd. Een schitterende calvacade voerde niet alleen de drieling met ouders en familie op een praalwagen naar de kerk; drie jubilerende echtparen van 50 en meer jaar getrouwd volgden op een tweede praalwagen. Het was een gloriedag voor