Biekorf. Jaargang 54
(1953)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 225]
| |
Toponymica uit de kuststreek
| |
[pagina 226]
| |
19e eeuw) en berust op volksetymologie of misverstand. Het is niet onmogelijk dat de Oudegemse weg in Oudemaarspolder de voortzetting is van de Breedenweg ten Zuiden van de Evendijk in de oudere polder.
Goteweg. De Goteweg is eveneens een oude weg die dwars door Oudemaarspolder van de Evendijk naar de Gravejansdijk loopt. Van deze weg weten wij met zekerheid dat hij de voortzetting is van de Goteweg die in de polder ten Z. van de Evendijk met de Zandscheereweg in verbinding staat (Zandscheereweg en niet Zants-heerweg, maar daarover in een volgende bijdrage). Die raam Goteweg moet, volgens de oude vormen, wel een echt gote-toponiem zijn (gote = sloot). Met sommige van die gote-namen moet men heel voorzichtig zijn want blijkens de oudste vormen zijn het Gods-namen, afgeleid van de persoonsnaam Godo (Godfried e.d.)
Breden Dijk. De naam Breedenweg staat in de jongere oorkonden waar de oudere de Breedendijk vermelden. Wij lezen o.m. de tekst: ‘In Uutkerke, noordwest van der kerke, jnden breeden dijc’ (1437, cit. De Flou). Deze Breeden Dijk liep van de Dulle Weg (oude dijk) naar de Evendijk. Dit is een zeer merkwaardig en belangrijk geval omdat het wel bewijst dat er nog dijken liggen binnen het oude stelsel Evendijk - Kalveketedijk, enz. Er is dus een oude polder, liggende tussen de Dulle Weg, de Oude Blankenbergse Dijk. de Evendijk en de Breden Dijk. Hij bevat volgende beginnen van Eiensluis: 64, 65, 66 en een stukje van 59. In deze polder ontstond het dorp van Uitkerke. Wij zouden dus kunnen zeggen Uitkerkepolder, maar deze naam vonden wij niet overgeleverd. Een beetje verder oostwaarts ligt ook nog de Groenendijk (daarover later).
Eienwerve of Eiewerve was een heerlijkheid te Oostkerke in het 33e begin van Groot Reigarsvliet. De oudste vermeldingen dateren uit de 14e eeuw, de jongste uit de 17e. Een werf is een opgeworpen hoogte, waarop een hofstede gebouwd wordt. Eienwerve is dus: de werfhoeve bij de eie of in de eie. Het 33e begin van Gr.R. met zijn Eienwerve ligt langs de linkeroever van het Oude Zwin, niet ver van Eienbroeke (broek ter eie) eveneens op 't Oude Zwin. Ook Eienbrugge lag aldaar. Deze plaats ontleent, evenals Brugge, haar naam niet aan brug (pons), want dan zouden de oude vormen Eienbrigge geweest zijn, doch aan een scandinaafs | |
[pagina 227]
| |
woord dat aanlegplaats betekent.Ga naar voetnoot(1) Al deze plaatsnamen wijzen op het bestaan van een waterloop, de Eie. Het kan niet anders of dit moet het Oude Zwin geweest zijn. Een eie is een natuurlijke waterloop, b. v, een kreek. Is het Oude Zwin beneden Oostkerke een gekanaliseerde, rechtgetrokken natuurlijke waterloop?
Beukemare - Beukevliet. In verband met onze beschouwingen over deze twee toponiemen (Biek. 1953, blz. 146) bewijst P.S. (id., blz. 170) dat Beuke in Beukevliet de samentrekking is van het patronymicum budink. Voor Beukemare hebben ook wij wel eens aan de persoonsnaam Beuke (< Beudeke, Bodeke, Bodico) gedacht.Ga naar voetnoot(2) Doch in de oudste schrijf vormen Bucamara, Buckemare (13e E.) heeft het eerste lid geenszins het uitzicht van een persoonsnaam in de genitief. Ook komt budinkmare niet voor. Het blijft dus een lastig geval, 't en ware de vorm Buckemare zou wijzen op buc (bok: dier) en zou betekenen bokkenvijver.
Pijpkene (ten). Te Nieuwmunster. P.S. heeft gelijk waar hij (boven blz. 172) meent dat dit toponiem niet van buddijk kan afstammen. Onmogelijk. Te Brugge was er een Pijpgracht in de 14e E. Te Nieuwerkerken bij Aalst is er een Pijpenbeek. Het element pijp in water-namen betekent sloot, greppel.Ga naar voetnoot(3) In de 15e E. is er te Damme een herberg genaamd 't pijpkin, d.i. in de (kleine) pipe = wijnvat (in het bijzonder van Franse en westerse wijnen); Vercoullie meende zelfs in pipegale ‘een voertuig voor het vervoeren van pijpen of tonnen’ te zien.
Kiekenvliet. Waterloop in de Watering van Blankenberge (Biek. boven blz. 172). Volksetym. vervorming van Kiekensvliet. P.S. vraagt uitleg over deze naam. Kieken of Kiekens is hier ongetwijfeld een familienaam. Verg. Kiekenhoek te Oostkerke: (‘es den houck daer Pieter Kiekens hofstede in stondt’ (1596, Thiendehoucken Waestcapelle en Oostkerke.) Deze familienaam bestaat nog in verschillende dialectische vormen: Kiekens, Cuyckens. J. De Langhe. |
|