Belofte die niet afgeleid is.
Er was een keer een vrouw die trouwde met een zieke vent. Als ze zeven weken getrouwd waren ging die vent dood.
Als de vrouw 's nuchtends opstond, waren haar kleren alle dagen dwersdoor gesneden.
Zij, om raad naar de pastor.
‘Uw vent, zei de pastor, heeft een belofte gedaan en ze niet afgeleid. Ge moet een beevaart doen (naar 'k weet niet waar) en als ge voort gaat uit uw huis moet ge zeggen: “Ga voren, 'k ga achter komen.” Anders zoudt g'er nooit geraken.’
Dudzele
A.M.