Biekorf. Jaargang 53
(1952)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVan Deinze over Biervliet naar Brugge.
| |
[pagina 200]
| |
vervangen door Margareta sMuencx, bijgestaan door Pater Joris vanderzalen, Augustijn. In het stadje Biervliet, eertijds eiland, bestond een kloostergemeenschap, uit het convent van Deinze gesproten en dan ook mild begiftigd door de Kanunnikessen -Augustinessen van Bethleem (Deinze). Dit gebeurde in het jaar 1461, de 9 Augustus. Immers dan beslissen de priors en rectors van de conventen Bethleem Deinze en Sion-Oudenaarde in het bisdom Doornik, dat de zusters te Biervliet zich zullen kleden zoals de nonnen te Deinze en te Oudenaarde. Zij zullen openbaar en plechtig profes doen; een priester aanstellen tot rector of biechtvader, door de slotzusters of het merendeel van de ouderlingen verkozen. De onbesloten zusters, die dus niet achter de traliën leven, zullen gelijk die van Deinze en Sion een zwarte kaproen dragen. De visitatie van het klooster zal geschieden door de priors of rectors van Deinze en Sion. Van eenvoudige samenlevende vrouwen als derde ordelingen van St. Franciscus, worden in 1461 de bewoners van het godshuis te Biervliet, echte kloosterlingen naar St. Augustinusregel; slotzusters en conversinen. Dit bracht ook meer orde, tucht en vromer leven mee. Maar... om wille van de gedurige overstromingen en de akelige plaag van de zeeratten, kocht Michiels Minnaert, de ontvanger van St. Margrietenklooster te Deinze ‘sekeren gront van erfven, huusen, boomen, gheheeten 't goet ter stoven, ligghende in de prochie van Moerckerke in de heerlycheyt van Middelburch ende int vrye...’ Dit gebeurde te Gent, in het huis der fraters Hiëronimieten, 26 April 1486. De zusters verlieten Biervliet met toestemming van de bisschop van Utrecht, voor Moerkerke in het bisdom Doornik en wilden voortaan Sarepten geheten worden. Waarop de bisschop van Doornik 6 September 1486 decreteert: ‘Om dieswille dat wy wel weten dat dese zusteren ende het huus te Biervliet nu gheheten van Sarepten alias ter | |
[pagina 201]
| |
Stoven haerlieder beghinsel hebben van het huus van Deynse; oock overpeinsende dat hetselve huus van Deynse thuus van Sarepten in noot overvloedelick gheholpen heeft duer tydelick goet, regieringhe ende instruerynghe ende noch naermaels kan helpen ende bystaen, soo willen wy... sullen staen onder het huus van Deynse ende de prior ende meesterigghe van Deynse sullen regueren met pater confesseur ende Mater van Sarepten.... De pater van Deynse alleene sal syn visitateur ende nemen in de platse van den pater van thuus van Syon een treffelick man’ Waaruit we besluiten dat Deinze voortaan alleen de hand houdt over Sarepten, en Sion uitgesloten is. 14 September gebeurt de wijding van kerk en autaren. De amortisatie wordt nog hetzelfde jaar getekend door Maximiliaan van Oostenrijk. Hoe de overgang van derde ordelingen tot slotzusters in Biervliet gebeurde, weten we niet. Maar, bij vergelijking met andere omvormingen, kunnen we ons een bepaald idee vormen over wat te Biervliet gebeurde. Daarom moeten we naar Kortrijk. Daar bestond het Sint Kathelijne godshuis van Sinay, eertijds uit Oudenaarde ontstaan. Arnoldine Snellaert, moeder van de fraters en de fratrinnen sinds 1457, ontving op St. Katelijnendag 1497 als geestelijk vader Olivier Minnaert, zoon van Michiel, de ontvanger, priester-kanunnik te Deinze. 21 Juli 1504 trok Arnoldine Snellaert zich terug, Olivier Minnaert stelde in naam van de Paus en van de prior van Deinze het nieuwe klooster in met als eerste prieuse Cordula de lalaing, die uit Deinze de 28 Juli aankwam en het bestuur aanpakte. Deze Cordula de lalaing werd 1490 te Deinze geprofest en was te Kortrijk overste, pas 32 jaar oud. ‘Midts de gratie Gods die sy onwerdich was, voort de wysheyt van pater olivier ende boven al midts dinspiratie van den heylighen gheest die de goede kinderen van binnen tharte insturtte dat se patientie met haer hadden so heeft si scamelic ende armelic huer officie bedient totten 2 November 1540....’Ga naar voetnoot(1) | |
[pagina 202]
| |
Tijdens de Brugse onlusten einde XVe eeuw, vluchtten de zusters van Moerkerke naar Deinze, waar ze goed onthaal genoten. Na deze onzekere tijden verbleven ze te Damme en droegen de naam Nazareth. Na de Hervorming vonden ze veiligheid binnen de muren van Brugge, daar geheten Sarepten.Ga naar voetnoot(1) St. Margrietenklooster is te Deinze van 1580 tot 1584 totaal verwoest. De overgebleven zusters zoeken onderdak te Gent, nevens Akkergemkerk, in de vroegere refuge. Ze hebben geen paters Augustijnen meer om hun geestelijk te leiden, ze vragen en bekomen leiding van de bisschop van Gent. Door verspreiding eerst, door samenwonen in een klein huis daarna, is het begrip ‘slot’ zeer verwaterd. Met toestemming van de bisschop geven ze sinds 1700 onderricht aan de jeugd, om in 1795 totaal te verdwijnen. De moderne devotie van Geert Groote vindt zijn oorsprong in het begijnenleven: rustig samenwonen in arbeid en gebed. Maar dit samenwonen in los verband kan ook aanleiding geven tot ongeregeldheden. Daarom wilden hooggeplaatste kerkelijke overheden dat deze zustergemeenschappen een goedgekeurde kloosterregel aannamen en zich tot een klooster omvormden,Ga naar voetnoot(2) Voor Oudenaarde, Deinze, Biervliet, Kortrijk, St. Barbele te Gent e.a. ging het aannemen van St. Augustinusregel dikwijls met het aannemen van het slot gepaard, waarbij de zusters tot ‘beslotene zusters’ werden en het huis en hof niet meer mochten verlaten. Een neiging van de verschillende instellingen om zich te verenigen openbaarde zich ook hier. Vele van de ontstane Augustijnse mannen-of vrouwen- kloosters sloten zich aan bij het Kapittel van Windesheim. ‘Kloosters zouden precies gelijke kloostergewoonten en gebruiken volgen en elkander blijvend helpen tot handhaving van de tucht. Met dat doel constitueerden zij een centraal gezag, dat voorschriften zou geven, | |
[pagina 203]
| |
toezicht op het geheel zou houden en door een jaarlijkse visitatie de situatie der afzonderlijke huizen zou leren kennen. Dit was de bescheiden aanvang van de beroemde Windesheimer Congregatie, die in de vijftiende eeuw op het kloosterleven in de Nederlanden en in het Duitse Rijk een moeilijk hoog genoeg te schatten en heilzame invloed heeft uitgeoefend.Ga naar voetnoot(1)’ En Deinze werd gevisiteerd door Rode Klooster en Groenendaal tot na de verhuis naar Gent. Ging het klooster Windesheim in 1580-81 ten gronde, in Vlaanderen leefden Windesheimers tot 1795, als houders van onderwijsgestichten. A. Cassiman |
|