Mengelmaren
Sleutelproef op Sint-Jansevangelie.
In de tijd van de loting, rond 1900, te Brugge. Om de uitval van de loting op voorhand te kennen voerden vrouwen uit het volk de volgende draaiproef uit.
Men nam een grote sleutel, legde die in een kerkboek op de tekst van Sint-Jansevangelie, bond dan het boek stevig toe, zodanig dat de ring van de sleutel gans uitstak en wel langs de langste kant. Twee personen lieten de sleutel rusten op hun uitgestoken wijsvinger terwijl een van die twee personen, of een derde, het Sint-Jansevangelie begon te lezen. Draaide de sleutel (samen met het kerkboek) vooraleer het woord ‘Johannes’ was uitgesproken, dan zou men er uit loten. Draaide de sleutel na ‘Johannes’, dan was het een ‘twijfelare’. En draaide hij niet, dan zou men alleszins er in loten.
Ook bij andere gelegenheden deed men de sleutelproef. De algemene regel was: Draaien vóór Johannes: goed; draaien na Johannes: twijfelachtig; niet draaien: slecht.
- Vgl. Biekorf 1931, 371.
A.M.