Raadsels
De volgende raadsels hebben wij gehoord en opgetekend te Stavele. Sommige worden reeds opgetekend, een tachtig jaar geleden, in Rond den Heerd (1868, 40 en 1878, 188), andere vindt men in de bekende verzameling van A. Joos. Vgl. ook Biekorf 1946, 185. Dit alleen ter vergelijking met onze opname.
Toen ik was jong en schoon,
droeg ik een blauwe kroon,
Toen ik was oud en stijf,
kreeg ik veel slagen op mijn lijf.
werd ik door koningen en prinsen gedragen.
En toen ik dan gans versleten was
bracht men mij op schole te pas.
(Het vlas)
Tusschen twee stenen zen name verloren.
(Graan)
(De pastoor in de preekstoel)
met geheel zen bek vol menschenvlees.
(Kloef aan de voet)
En op die vorke zat er è katte
En die katte had zeven joengen.
Raadt hoeveel pooten dat er goengen?
(Twee)
(Koe)