Westvlaamse zanten
(Vervolg van 1940 blz. 95)
bramen. - Onder de tientallen soorten van bramen (in ons land zijn er wel een honderd goede soorten, om nog niet te spreken van de vele minder scherp getypeerde soorten) onderscheidt het volk gewoonlijk maar een paar vormen of liever vormgroepen. Laten wij de frambozen aan de kant. 't Zijn ook bramen (geslacht Rubus) met gele tot rode vruchten. Het woord framboos komt langs het Frans uit het Nederlands braambezie.
Het volk onderscheidt bramen met blauwe beiers en bramen met zwarte beiers.
De blauwe bramen heten te Knokke buschbramen, duinebramen, blauwe braambeiers en in de kindertaal ook geleibramen en blauwe schorten. Te Westkapelle zijn 't blauwe pausen en te Heist hoorden wij zandbramen en zure braambeiers. Het is allemaal de Rubus Caesius, Nederlands: dauwbraam, zo genoemd, omdat de vruchtjes blauw berijpt, blauw bedauwd zijn. Deze braam heeft een vroege bloei (reeds in Mei) en groeit bij ons overvloedig in de duinen. Op 't eerste zicht zijn de struiken reeds te kennen aan de blauwachtige stengels. In 't binnenland is deze soort ook niet zeldzaam, maar 't volk iet er minder op. Als kinders gingen wij de zuursmakende beiers plukken voor moeder, die er een lekkere gelei van bereidde.
De ‘zwarte’ bramen zijn vele soorten, die allemaal door Linnaeus onder de naam van Rubus fruticosus samengevat werden. De plantkundigen hebben die Linneaanse soort in honderden soorten moeten uiteentrekken. Het is werk van specialisten, de braamkenners of ‘batologen’ (het Grieks batos betekent braam). De ‘zwarte bramen’ bloeien en rijpen door den band wel iets later dan de blauwe kousen. Te Knokke hoorden wi]: zwarte braambeiers, grote braambeiers, zoele braambeiers en wepelbramen. De zoete braambeier is in de polderstreek goed gekend: een late soort die pas in October rijp is. met helrooskleurige bloemen, met blaren die van boven donker glanzig en van onder witachtig viltig zijn, op't zicht onmiddellijk te kennen. De vruchten zijn groot, donker, sappig en zeer zoet, heerlijk in de mond. Beter om dadelijk met of zonder suiker op te eten dan om er