Dop en Duw.
Zoveel verschillen toch Zuid en Noord dat ze een nieuwe alledaagse zaak niet eensgezind zeggen.
‘Verbitterd dwaalde ik van het Armbestuur naar de Duw en van de Duw naar het Armbestuur....’ zo lees ik in goed proza van het Noorden.
‘Van den Dis naar den Dop en van den Dop naar den Dis’: zo hoor ik het bij ons zeggen.
Dop noch Duw zijn A.B.N.: mijn modern woordenboek erkent alleen Stempel. En die moet het halen tegen Dop en Duw? dat bloedarm ventje tegen twee zulke gezonde kerels?
B.