Biekorf. Jaargang 51
(1950)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 145]
| |
[Nummer 7-8]De gezindheid van de Vlaamse ridders in 1302IN een studie over de rijkste inwoners van Brugge omtreeks 1300, kon voor 132 onder hen bepaald worden welke hun gezindheid was in 1302. Gewoonlijk wordt aangenomen dat de rijkste inwoners bijna uitsluitend tot de partij van de koning van Frankrijk behoorden. Uit ons onderzoek bleek dat er van de genoemde 132 patriciërs slechts 58 Leliaards waren, terwijl 74 getrouw gebleven waren aan de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, die toen in Frankrijk gevangen zat. Voor dezelfde burgers konden we nagaan hoe rijk ze waren in 1292, dus tien jaar vroeger. De 58 Leliaards verdeelden zich als volgt: 41 onder hen stonden aangeschreven met een bezit van meer dan 3000 lb., 6 met meer dan 2000 en 11 met meer dan 1000 lb. Onder de Klauwaards waren er 17 die boven | |
[pagina 146]
| |
de 3000 lb. rijk waren, 13 boven de 2000 en 44 boven de 1000 lb.Ga naar voetnoot(1) Hoe stond het met de grote Vlaamse feodalen? Daarover geeft de Brugse stadsrekening van 1302 de volgende inlichtingen.Ga naar voetnoot(2) Op 18 Mei, ter gelegenheid van de Brugse Metten, werden er te Brugge negentig partijgangers van de koning, van Frankrijk gevangen genomen, en slechts losgelaten tegen betaling van een hoog losgeld. Daaronder waren er 28 ridders. Tien ervan behoorden tot de Franse adel, de overblijvende achttien behoorden ten groten dele tot de hoogste Vlaamse adel. Van deze Vlaamse ridders waren er negen leenmannen van het prinselijk leenhof van de Burg van BruggeGa naar voetnoot(3), namelijk: Ghildolf van Gruuthuse (1000 lb.), min here van Praet (1000 lb), Willem van Straten (700 lb.), Louis van Mourkerke (700 lb), Willem van Ghistele (3000 lb.), Rogier van Lichtervelde (1200 lb.), min here van Ayshove (4000 lb.), Willem van Clercken de jonghe (97 lb.), en Jan Casekin uit Beerst (400 lb.). De andere Vlaamse ridders waren: Gillis van Bavinchove (100 lb.), min here van Br[o]ukerke (500 lb.), min here van Peene (3500 lb), min here van Halewyn (1167 lb.), min here van Pouke (4000 lb.), Wouter van Hondscote (5000 lb.), Willem van Zegherscapple (50 lb.), Diederic van der Hasselt (450 lb.) en Venant van Tetenghem (330 lb.). Onder de aangehouden personen bevonden zich vier Brugse burgers: Robrecht de Ruddere (50 lb.), Alard Lam 1996 lb.), Philippe den Tolnare (2000 lb.) en Jacob Lam (4900 lb.). Deze laatste was het slechtst gezien | |
[pagina 147]
| |
te Brugge zonder dat we de reden ervan kennen. In de stadsrekening van 1302 staat nevens zijn naam: ‘Ende es sculdech te leverne in yscrifte al syn goed, arvachtichede, husinghen ende mouten, dat hie heft binnen Vlaenderen.’ Van de 54 andere gevangenen waren er 31 Fransen en 23 Vlamingen. De meeste waren voorzeker schildknapen. Zij hadden gewoonlijk een losgeld van minder dan 100 lb. te betalen. De twee financiers uit Atrecht die zich onder hen bevonden, waren geldschieters van de stad Brugge, namelijk Wouter van Duay (1000 lb). en Pieter Hukediewe (1000 lb.). In dezelfde Brugse stadsrekening van 1302 kon ik nagaan welke Vlaamse ridders partij hadden gekozen voor de graaf van Vlaanderen.Ga naar voetnoot(1) Van de 45 als zodanig aangegeven ridders waren er slechts acht uit het Brugse, namelijk de Brugse ridders Pieter den Coning (bl. 188-189) en Raven Danwilt (bl. 191), en de vrijlaten min here van Boenhem (bl. 150), Zegher van Ghent (bl. 116), Zegher van Belle (bl. 123), Vranke van Zomerghem (bl. 117), Philip den Moer (bl. 120), en Arnoud Casekin uit Beerst, waarvan de broeder Leliaard was (bl. 112). Slechts twee ervan, Zegher van Ghent en Zegher van Belle, behoorden tot de hoge adel. Het blijkt hieruit dat, in tegenstelling met de rijke Brugse poorters, de meerderheid van de hoogste edel lieden van het graafschap Vlaanderen, en in het bizonder uit het Brugse, de partij van de koning van Frankrijk hadden gekozen. Jos. De Smet |
|