Mengelmaren
Onze windmolens.
In 1947 werden te Lendelede twee staakmolens op teerlingen gesloopt. Hun afbraak was reeds een heel eind bedongen. De Beiaardmolen, gebouwd in 1768 (mulder A. Van de Maele) was zeer vervallen, reeds lang draaide hij met één roede. De Groeninghenbergmolen had in Februari 1946 een grote averij opgelopen in een storm. De kuip was er gescheurd. Dat beide molens geklasseerd waren, blijkt - eens te meer - zonder belang. Merken we eenvoudig op dat op de Lijst der Geklasseerde Monumenten en Landschappen, officiële uitgave 1948, de verdwenen molens van Heist, Nieuwmunster en Wingene nog een vermelding vonden. Bovendien lezen we in dezelfde bron dat zelfs aan de rangschikking van de Pannemolen te Heist ‘bindende kracht werd behouden’ bij besluit van de Regent dd. 9 Februari 1946.
In Maart 1948 is de staakmolen van E. Ramman te Snaaskerke afgebroken. Sedert 1933 buiten gebruik, was de molen zeer vervallen, o.a. was de trap weggerot. Maandag 1 Maart werden de werken aangevat door molenmakers Ch. Peel van Gistel en H. Lejeune van West-Vleteren. De Donderdag is de molen gevallen, wegens de dikke mist hebben weinigen hem zien kantelen. Vroeger zocht de molenaar zijn molen te verkopen om hem ergens als monument op te richten, maar hij is er niet in gelukt.
De molen te Vollezeele (De Burgghraeve) is weer te koop. Van het plan hem naar Bulskamp over te brengen, wordt afgezien (zie Biekorf 1945, blz. 115).
Te Werken werd dit jaar voor de eerste maal in België het Nederlands fokwiek-systeem van Ir. Fauel toegepast. Het systeem heeft de functie van de fok in het zeilen. De uitvoering gebeurde met dorpsvaklieden, saam met molenaar Van den