voeten - en een bon voor een groot koekebrood.
Te Stalhille luidde de strikvraag aldus: ‘Wat is er hoger dan O.L. Heer?’ - ‘Zijn doornekroon!’ 't Meisje kreeg een boek, De Wijze Raadgever, en de pastoor schreef: ‘Isabelle De Ley heeft gewonnen de 1ste prijs’.
De eerste van de meisjes, en de eerste van de jongens, moest al de ander eerste kommuniekantjes op de kermis vragen voor 's noens. Hoe kostelijk het ook was, toch waren de ouders geweldig gediend met die eer; zelfs is dit gebruik nog niet zo lang uitgestorven in 't Noorden; te St Kruis hebben ze eerder aan al die onkosten vaarwel gezegd. Te Moerkerke mochten de arme kinderen in 't klooster eten; de boerekinderen bezorgden bloem, eiers, melk, boter en aardappelen.
Die laatste week werden de kinderen ernstig voorbereid voor de eerste generale biechte; al de vorige biechten werden ‘kattebiechten’ genoemd. De kinderen zweetten er bij en schuchtere meisjes schreven eerst hun zonden op een briefje om ze van buiten te leren. Sietje Blomme was haar briefje kwijt en ze begon luidop te snikken in klas: ‘Zuster, 'k heb al mijn zonden verloren!’
Die meende iets vergeten te hebben, mocht 's Zaterdags nog eens biechten om gerust te zijn. Ze zaten er ook geweldig mee in om luidop vergiffenis te vragen aan vader en moeder; maar de ouders waren buitengewoon inschikkelijk die Vrijdagavond: 't was al vergeven eer dat ze het gevraagd hadden.
Die Zaterdagavond was de eerste kommuniekant als een engel zo fraai en gewillig en bevallig; moeder was een en al bezorgdheid en poefte ze op met eten, want morgen moesten ze lang nuchter blijven.
Eerste Kommuniemorgen: het kind werd helemaal in 't nieuw gekleed, van onder tot boven; enkele meisjes waren in 't wit met een vool aan; het grootste deel ging echter in 't gekleurd met een geestig mutsje op, met binders toegeknoopt. Ze zaten daar allemaal vooraan in de kerk, die eerste kommuniekanten,