Zantekoorn
Zijn dikte hebben. - Buikje vol hebben; ook fig.: er genoeg van hebben. ‘'t Is goed, 'k hen mijn dikte’.
Fenteneeltjes. - Bakkebaarden, fr. favoris. Scheert een beetje die ‘venteneeltjes’ hoogere.
Zijn pap afvagen. - Jong zijn en geen ondervinding hebben, in de zegswijze: ‘Zet je al achtere en vaag je pap af!’
J. Axters. Brugge