Biekorf. Jaargang 49
(1948)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet Stevenisme te Gits rond 1850
| |
[pagina 16]
| |
nogmaals den brief tekendeGa naar voetnoot(1). Door dit merkwaardig geschrift hebben zich een dertigtal Stevenisten te Gits en te Eekloo bekeerd. Het gering succes ligt in de schijnheilige streken van Lodewijk Callewaert, zooals we verder zullen zien. Dit is ongeveer zowat alles, wat we weten uit het boek van Kenis over de geschiedenis van dit merkwaardig schrijven van Paus Pius IX.Ga naar voetnoot(2) Wat ons echter hier vooral interesseert, zijn de verdere lotgevallen van Theresia van Canneyt en haar zuster Barbara. Voor een derde maal is Theresia van Canneyt op pelgrimstocht naar Rome teruggekeerd, en is gaan wonen te Loretto in 1856.Ga naar voetnoot(3) Ze woonde er met een oude vrouw in een klein huisje, en had slechts haar reiszak meegebracht. Haar familie zond haar steeds het geld, dat ze verlangde. Ze leefde armoedig, daar ze alles aan de armen wegschonk. Het blijkt echter dat het aanvankelijk niet haar bedoeling was daar heel haar leven te blijven wonen. Immers, haar zuster Barbara heeft in 1857 een reis naar Rome ondernomen om er de graven van de HH. Apostelen te bezoeken, om de bekering van de overige Stevenisten te bewerken en ook om haar zuster terug te brengen naar Gits.Ga naar voetnoot(4) Ze is vertrokken uit Gits den 22 Oktober 1857 en ‘tot Romen aengekoomen den 28 der zelve maend, naer drie dagen te Marseille te moeten | |
[pagina 17]
| |
wagten om met een paquebo na Cevita-Vicchia te vaeren’.Ga naar voetnoot(1) Op Zondag 8 November heeft ze, door bemiddeling van Mgr. de Neckere, met wien ze goed bekend blijkt te zijn geweestGa naar voetnoot(2), een audiëntie verkregen bij Paus Pius IX, lijk ze 's anderendaags schrijft naar pastoor De Vos van Gits. Uit hetzelfde schrijven aan den pastoor van Gits, dat we aantroffen in de pastorij van Gits onder het archief van het Stevenisme, blijkt 't heel duidelijk dat ze wel stellig van plan was haar zuster mee te nemen naar huis; Pius IX dacht dat deze wel zou meegaan wegens de ‘scoone occasie’, doch ‘de menschen’ zegden haar het tegenovergestelde: de vreemdelingen die naar Rome of Loretto komen, blijven er. We delen hier dezen belangrijken brief van Barbara van Canneyt aan den Pastoor van Gits in zijn geheel mede: Zeer Eerweêrden Pastor! | |
[pagina 18]
| |
Ik en Monseigneur De Necker zijn met elk eene voyture naer het Vatikaen gereden. Zijn Heiligheid heeft mij gezegent en geheel mijne familie, ik heb zijnen voet gekust, hij was geheel kontent van mijne reis, hij dachte wel dat mijne zuster met mij zal afkoomen, om reden zij nog nooyt zoo eene scoone occasie gehad heeft. - Ik sprak van eene Mis, hij nam dat niet aen, maar zeid dat hij voor die menschen zou gebeden hebben, en dat hij hoopte dat die menschen hun nog al zouden bekeêrt hebben, hij heeft den afvelaet in mijne tegenwoôrdigheid geteekend, en in het afscheiden gaf den heiligen Vader mij zijn hand te küssen, hij is zoo minzaem en vriendelijk - Wégens de reliquin alhier is het zes weeken vankansie, alle de reliqui kassen zijn gesloten. Ik hebbe hier veele wonder en heilige zaken gezien, ik dachte wel haest na Loretten te vertrekken, de voyture vertrekt twee mael ter week op Loretten. Te Loretto verbleef ze negen dagen, lijk ze zelf zegt in haar nota's: ‘Ik hebbe negen dagen te Loretten verbleven, alle dage ging ik gaen mis hooren in het heylig huysken. en hebbe daer verscheidene malen ter heilige communie geweest.’ Haar zuster kon ze echter niet mee- | |
[pagina 19]
| |
nemen wegens een ziekte aan haar been, die haar veel pijn veroorzaakte: ‘Ik had moeite om Loretten te verlaten, ter oorzaak van twee dingen, die my zoo lief en aengenaem waren, ten eerste het heylig huysken, te verlaten, ten tweede myne zuster, met de gedachte haer noyt meer te zien.’ Pater Luigi Hermes, de Belgische Penitencier te Loretto, vertelt verder over Theresia: Een jaar voor haar dood trof ze schikkingen nopens de verdeling van haar goederen: een aanzienlijke som (3000 Lire) besteedde ze voor de armen van Gits en een even grote aan het gasthuis der ouderlingen te Loretto. Ze deed Pater Hermes de werken ter uitbreiding van laatstgenoemd gesticht beginnen, wat gebeurd is. Verder moeten nog te harer zielerust 300 missen gelezen worden na haar dood: 150 te Gits en 150 te Loretto. De rest van haar fortuin liet ze over aan haar familie, en het weinige dat ze aan kleinoden bezat, werd volgens haar wilsbeschikking geschonken aan de vrouwen die haar bijstonden in haar laatste ziekte. Ze overleed ten gevolge van een beroerte, te Loretto den 29 December 1862, en werd met de nodige vereisten begraven in de Basiliek van Loretto, waar tevens de missen tot haar intentie werden gelezen. Pater Hermes getuigt tevens van deze hoogstaande vrouw: ‘Thérèse Canneyt étoît une personne de grande vertu, menant une vie pénitente et toute retirée, si bien que la langue Italienne lui étoit tout-à-fait étrangère.’ Rik van Onlede |
|