Confituren van Vlaanderen.
De Middeleeuwen kenden alle soorten van ‘confijt’, droog in suiker bewaarde vruchten, ‘confituren’; daarnevens ook nat ingelegd fruit en fruitsappen in den aard van onze gelei, jam en marmelade.
Uit Vlaanderen werd confijt uitgevoerd naar Frankrijk; onze waar had er niet steeds een goede faam, zij gold er als vervalscht, zoodat de wethouders van Abbeville (Somme) in 1459 het noodig oordeelden de koopers te waarschuwen. Hun vermaning luidt als volgt: ‘Dat niemand confijten van Vlaanderen verkoope als ze van geen fijne suiker zijn, want ze zijn vervalscht en vol stijfsel, en degenen die ze voor goede koopen, zijn bedrogen.’ (Oorspr. tekst: ‘Que nul ne vende confiture de Flandres se elle ne sant de fin chucre, car elles sant faulses et plaines d'amidon, et en sant cheux qui les accatent pour bonnes décheux.’)
V.