Biekorf. Jaargang 46
(1940-1945)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
Verdwenen gebruiksvoorwerpen:
| |
[pagina 128]
| |
eens in den grond, hij berispte hier en daar iemand en trok dan met zijn makke onder den arm naar de dorpsplaats, om enkele druppels te drinken. Daar vond hij andere boeren, geburen meestal, die reeds hun makke aan de herbergdeur gezet hadden, om aan te toonen waar ze dien dag samenzaten. Ze dronken er hun rantsoen en na het praatje en den drank, hadden ze steeds de zekerheid, dat hun makke als steun op den terugweg kon aangewend worden. Het ware aangenaam te vernemen of ook buiten de Polderstreek de makke in eere werd gehouden. De boerenmakke, zooals wij ze zagen en afteekenden, bestaat uit een metalen kop van eigenaardigen vorm die aan een houten steel is vastgehecht. Vooral de polderboeren schenen, volgens onze zegslieden, zeer aan hun makke gehecht. 's Zaterdags moest de meid het koperen gedeelte netjes opblinken, want in een dezer platte stukken stond netjes de naam van den eigenaar gegrift. | |
[pagina 129]
| |
De kop zelf is uit twee stukken gevormd: een bovenstuk, een soort waaiervormig schupje [1] met steekje [2] ± 10 cm. lang in ijzeren smeedwerk, zit vast in een koperen ronden ring [3] met negenzijdig koperen steelstuk [4]. Dit holle steelstuk wordt op den houten steel [5] vastgeklopt. Het koperen gedeelte is eveneens ± 10 cm. lang. Het is een mooi stuk handwerk door den dorpssmid uitgevoerd, dit laatste verzekerde men mij tenminste. Zooals zooveel andere familiestukken ging ook de boerenmakke over van vader op zoon. Ondanks verdere navraag, konden we, tijdens ons verblijf, in de gemelde streek geen tweede exemplaar ontdekken. Zou ook de boerenmakke, die pas enkele jaren in onbruik is, reeds tot de zeldzaamheden behooren? H. Stalpaert |
|