Den 16 November 1.1. overleed te Veurne de Eerw. Heer Pastor Julius Leroy.
Geboren te Haringe, kapelaan te Staden van 1889 tot 1910, stond als pastor te Wulpen van 1910 tot 1933.
Pastor Leroy zal blijven voortleven als de man van de Vlaamsche vertellingen ‘uit het volk en voor het volk’. Want ook zijn Pieter de Pensejager en Karel de Blauwer zijn uit het volk ontstaan: Leroy kende het volk, beminde de zegging en doening van het volk, en kon het vertrouwen van die menschen winnen: ...en dan vertelden ze ‘zonder ende’ en Leroy luisterde, en vertelde dan op zijn beurt, eenvoudig en echt, zooals hij, sterke en streusche man, immer was. Hij hield zich verre van de literatuur en was eigenlijk op zijn beste, niet in zijn twee ‘groote’ boeken, maar in zijn Zeisels Scharmenteka, Jan Onversaagd en zooveel andere onvergetelijke en nog steeds deugddoende sprookjes en vertellingen, die hij ten deele eerst in Biekorf liet verschijnen. Waar hij een enkelen keer stijl zocht, daar sloeg hij ernevens. Zijn eenige stijl is zijn zuiver, eenvoudig en ongekunsteld vertellen.
Moge de Heer hem beloonen voor al het goede dat zijn werk blijft stichten, voor dit stuk blijvende vreugde dat hij aan zijn volk geschonken heeft. En moge dit volk nog lang gesteld blijven, om van zijn Zeisels en Vertellingen deugd, veel deugd en plezier te hebben.
B.