Biekorf. Jaargang 44
(1938)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 300]
| |
Missionaris Henri Blancke van Wonterghem.Tenden de noesche wegeling die van Wonterghem-dorp naar de Vondelmeerschen en Grammene loopt, rechts, en wat innewaard, lag d'hofsteê van Romaan Blancke-Vandecasteele, (naderhand bewoond door Konstant de Neve). Daar waren negen kinders, waaronder twee geestelijk: Henri, geboren in 1840, en dochter Kamiela: zuster Agnes in 't klooster tot Heestert. d'Heilige Agnes was de schutsheilige of patroonesse van Wonterghem. *** Henri leerde zijn eerste latijn in 't Klein-Seminarie te Rousselare, en trok met Bisschop Bernard naar de Zendinge van 't Noorden als geloofsbode of missionaris. Hij verbleef op de Feroë-eilanden, ging naar Christiania (nu Oslo), en vertoefde in verschillige streken van Noorwegen. Hij was van ijzer en staal. Kortgestuikt, onvermoeibare werker, immer blijmoedig en bedienstig; ook wierd hij van alleman geren gezien, tot van de protestanten toe. Hij hield voordrachten waar d'aanwezigen mochten opwerpen. Hij stelde boekskes op in 't Deensch, (d'hooge tale toen in Noorwegen), en gaf bij die onderrichtingen bondigen en helderen uitleg over de Roomsch-Katholieke Kerk van Christus. Overal bekend, zoo kwam er hem menigen brief toe, met voor enkelen thuiswijs of adres: Pastor Blancke, Noorwegen. *** Bisschop Bernard zond missionaris Blancke naar 't vreemde om geld in te zamelen voor de Missie. Hij doorliep Belgenland, Westfalen, Holland en Noord- | |
[pagina 301]
| |
Amerika. 't Waren lastige tochten, en de man kwam vele tegen. In Holland wierd hij, als bedrieger, voor drie dagen in 't kotGa naar voetnoot(1) gesteken, en, bij 't ontvangen van èn draadmare uit Noorwegen, wederom los gelaten. Te Chicago hield hij èn toesprake voor de Polen. ‘Ja, kozijn, zei hij mij, 'k heb daar in 't poolsch gepreekt, zonder dat ik e woord poolsch kende’. ‘De gave van talen?... en hoe hebt ge dat aan boord geleid?...’ ‘Luistert: Daar bestond e fransch klooster, en 'k zegge aan den oversten: Hier is mijn aansprake in 't fransch, vertaalt dat a.u.b. in 't poolsch, maar geschreven op zijn fransch, Ik overzag dat 2-3 maal...’ De kerke was vol;... en met èn stemme lijk èn klokke, liet hij, bij 't lezen, den inhoud schonderen over d'hoofden van de toehoorders. Nooit 'n heeft hij zoo wel gevaren, en sommige vrouwen leîn hun gouden armbanden in 't pateel. Na 't sermoen, naar de sakristije, maar... eenige Polen gingen achter om den zegen te vragen, en e koutertje te slaan. Pastor Blancke zag de doeninge... snapt zeere zijnen brevier, gaat al lezen overentweêre, en voor den eersten die zijn hoofd toogt. legt hij zijne vinger op zijn lippen, en wandelt voort. - Dien eersten zegt tegen d'achterkomers: ‘Niet binnen, de Vader bidt’ ...en alzoo, zonder poolsch te moeten spreken, had de Vader hem uit de slag getrokken! *** Missionaris Blancke kwam naderhand, en voor goed, naar zijn Vaderland terug, Hij wierd door Hoog Eerw. Bisschop Stillemans tot pastor-proost benoemd op den DoNCK (Baarledonck) in de streke van Beerlare, Overmeire, Calcken en Zele. 't Waren daar ingoede, godsdienstige menschen; de kapelle stond op d'hoogte, en wat verder blonk het meer of 't water van den Donck. Alles lag nog in zijn oorspronkelijk wezen, en lijk | |
[pagina 302]
| |
weggesteken in Gods schoonheid. 'k Heb daar ook, bij kozijn Blancke, menigen dag verbleven. Sedert dien is den Donck merkelijk veranderd. Vreemdelingen kwamen er hun zomerhuizeke bouwen of huren, kwamen jagen, varen, visschen of wandelen in de stille pracht van dat klein aardsch paradijs. *** Na zijn proostschap, weêr naar Gent. Pastor Blancke had zijn weunste op Sint Michiels, waar hij, ten dienste van 't volk, en dagelijks, op vastgestelden tijd, in die kerke zijn messe las. Hij wierd begraven te Wonterghem. 'k Was met eenige vrienden tegenwoordig. *** Links den wegel die van de kerkdeure naar de pastorije loopt, ligt dien brave man zonder kruis noch gedenksteen. ........ Wakkere Missionaris, gij die de wereld doorliept, o die wereld zit in 't plekske nu, waar g'hem niet meer zien 'n kunt, en waar ge, mettertijd, alhoewel in stof en asschen vergaan, de trompette zult hooren van Gods algemeen oordeel. Dierbare kozijn, over die wereld, altijd voort nog, vloedt en ebt ons menschdom:
Duizende hoofden die spannen,
waar 't uwe van kommer bevrijd is;
duizende herten die jagen;
waar 't uwe nu rust en voor altijd;
duizende handen die zwoegen,
waar d'uwe den arbeid gestaakt hên;
duizende voeten die moe zijn,
waar d'uwe de reize voleinddenGa naar voetnoot(1).
*** | |
[pagina 303]
| |
Eerweerde bloed verwant,
op uw graf zal 't blomke bloeien,
zal het gers zijn zaadje telen,
zal de geluwe loover vallen,
zal de winter sneeuw doen spelen.
........
Later, uit Gods hemelzalen,
zal uw ziele, uw blanke ziele hier,
weêr heur heerlijk kleed gaan halen!...
Kortrijk. A. Mervillie. |