stukken, kon de geschiedenis van de gemeente tamelijk volledig opgemaakt worden. Alhoewel er voor de oudste geschiedenis van Ooigem slechts weinig gegevens te vinden waren, is de schrijver, dank aan zijn fijnen speurzin, erin geslaagd een klaar beeld te geven van het ontstaan van het dorp en van de parochie.
Het werk telt vijftien hoofdstukken, waarin gehandeld wordt over het ontstaan van dorp en parochie, de maatschappelijke en economische toestand, de vrijheerlijkheid en de vrijheeren, het kasteel, de kerk, de pastors, de scholen en de kloosters, de baljuws, meiers en burgemeesters, enkele voorname inboorlingen, de opstandelingen van Ooigem in 1382, de buitenpoorters van Kortrijk die te Ooigem woonden in 1398, en de achterleenen van de vrijheerlijkheid Ooigem.
De hoofdstukken over den maatschappelijken en economischen toestand, alsook over de vrijheerlijkheid werpen een nieuw licht op de toestanden in het Kortrijksche in vroeger tijden. De studie over het kasteel en de kerk zijn ook van buitengewoon belang onder bouwkundig opzicht.
Het werk is geïllustreerd met twee kaarten en vier zichten.
Een merkwaardig boek dat tot voorbeeld mag dienen voor andere plaatselijke geschiedenissen.
Jos. De Smet.