Sint Maarten en Sint Niklaas.
Op de vragen hierboven bl. 84 gesteld heeft Ieper en Poperinge geantwoord.
Ieper. - Te Ieper kent men uitsluitend Sint Maarten. Hij is trouwens de gevierde patroon der Hoofdkerk.
Sint Maarten brengt sneukelgoed en speelbucht.
Op S. Maartensavond, voor en aleer naar bed te gaan, hangen de kleinen hun kouse in den heerd, er liggen rapen, wortels, enz. op een telloor, om 't peerd van den heiligen man te voederen.
Vroeger was het een algemeen gebruik dat de kinders, op Allerheiligen, peter en metje een zaligen Hoogdag gingen wenschen en vroegen of S. Maarten bij hen zou komen.
Op den dag zelf, trokken de kleinen, na thuis alles in ontvangst te hebben genomen, naar peter en metje om te zien wat ‘S. Maarten voor hen gesmeten had’.
Vóór den oorlog, kenden alle jongens en meisjes het oud bekende liedje ‘Sinte Maartensavond, den torre gaat mee naar Gent...’ Sedertdien, zooals ongelukkiglijk het geval is met veel oude gebruiken, is dit liedje in vele huisgezinnen onbekend geworden.
Vanaf Allerheiligen, gaat S. Maarten op ronde. Onverwachts wordt een zak koeken, of knusten, in den keuken geworpen. De kleinen beven van angst totdat een der grooten, die van 't spel op de hoogte is, begint te roepen ‘Merci, Sinte-Maarten’.
Op S. Maartensavond, bakken de bakkers een soort krentekoeken ‘coquillen’ genaamd. Die koeken stellen S. Maarten voor, te peerd gezeten en worden gedragen op een stokske. Andere kokieljen hebben den vorm van een vollaard (langwerpig met twee knobbels aan de uiteinden). Dit soort koeken treft men slechts aan op S. Maartensdag, zooals men de trekkelingen slechts vindt op Witten Donderdag
M, Cocle.