Heeft onze Letterkunde nog liefde genoeg voor eigen schoon?
Onze Vlaamsche Letteren willen en kunnen ook al Hoogdag vieren op zijn Europeesch d.w.z. dat zij voor vreemden optreden met manieren van zeggen en van doen die niet meer echt en eigen Vlaamsch zijn. Hoe komt het toch dat, nevens het gave, stamvaste ‘kerkewerk’ van vroeger, onze huidige letteren geen zuivere specie meer op de markt brengen? 't Is omdat ze te veel ‘werken voor Europa’. Zij loopen achter Europa en schooien om eer en roem in den vreemde en jagen om ‘jonge sterren’ te zijn. En toch heeft wereldroem maar echte en volle weerde als hij den Vlaming op stal bezoekt.
En alzoo beginnen onze Letteren, jammer genoeg, in hun liefde voor het eigen volksleven te verflauwen op twee wijzen: ofwel zij verloochenen het koelmoedig om een zielloos internationaal modeleven aan te hangen; ofwel zij vervalschen het tot grappig speelgoed voor het lokkende buurland. Het hooi loopt achter den wagen, en dat is averechtsche trouw!
Is 't niet best dat er nog hier en daar iemand is die, lijk Biekorf, aan de oude wijsheid en waarheid en liefde houdt, en zijn herte rechtuit spreekt?
De trouw en genegenheid van onze Lezers en Medewerkers antwoorden luide genoeg: dat het noodig is, broodnoodig!
't Berek.
- B.L. Uwe vijf-en-twintig frank (buiten 't Land 6,50 belga) voor het jaar 1938 storten en overschikken op de Rekening 2335.37, zooals aangewezen onder onzen Blok, dien vele vrienden wel zullen goedgunstig zijn.