Veurne ging tot de Omwenteling over op 7 December: de vaderlandsche cocarde werd gedragen en de groote klok geluid. Twee dagen later kwamen de vrijwilligers van Ieper onder bevel van kolonel Malou-Riga te Veurne en werden gelegerd in de St. Niklaasabdij. Denzelfden dag kwamen er ook afgevaardigden aan van het Comité Generael van Oostvlaenderen te Gent; ze gaven een gratis bal op het stadhuis en vernieuwden het magistraat. Ze vertrokken op 13 Dec. naar Diksmuide.
Op 24 December werd op bevel van den bisschop van Ieper, een processie gehouden te Veurne, die uitging van de St. Niklaasabdij, om den zegen Gods af te smeeken over het nieuwe landsbestuur.
Overal werden Comités patriotiques ingericht om het nationaal leger van soldaten en uitrusting te voorzien. Te Veurne bestond er nog geen, en daarom vroeg het Comité Generael van Gent op 21 Dec., dat het magistraat te Veurne ook zijn Comité zou benoemen en het stelde negen personen voor. Op 23 Dec. werden acht van de negen personen daartoe aangewezen en een negende erbij benoemd. De stad bezorgde hun een lokaal en de noodige bureelbehoeften. De eerste messagier van de stad werd te hunner beschikking gesteld. De leden van het Comité werden niet bezoldigd.
Het Comité vergaderde voor het eerst 's anderendaags, en stelde Joannes Blaecke van Rousbrugge aan als ‘recruteur’; deze werd dadelijk beëedigd.
Op 26 Dec. liet het Veurensch Comité zijn aanstelling kennen aan het Comité generael van Gent en vroeg ‘de selve onse comité te vereeren met antwoorde voor instructie ende reglement waer in de selve comité bestaen moet ende waer of sy kennisse nemen magh’. Het vroeg ook of zijn voorzitter den eed zou mogen afleggen in handen van de stedelijke wet, en daarna zelf den eed afnemen van zijn medeleden.
Om zijn loopende zaken af te handelen, had het Comité een dienstzegel noodig: het zegel van de stad en kasselrij werd te zijner beschikking gesteld.
Op 28 Dec. werd naar het departement van West-