Biekorf. Jaargang 43
(1937)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe visschersnering te Nieupoort in 1739.IN 1738 werd door de Aartshertogin Maria-Elisabeth, een algemeene optelling bevolen van al de personen die zich, in de Oostenrijksche Nederlanden, met de nijverheid bezig hielden, waarin ook de visscherij begrepen wasGa naar voetnoot(1). De Staten van Vlaanderen, die met de uitvoering van deze optelling binnen Vlaanderen belast waren, vroegen op 30 Januari 1739 aan het stadsbestuur van Nieupoort ‘den nomber van de matroosen ende andere dewelcke syn gheemployeert tot den visch-vangh’. Bij ontvangst van dit schrijven werd aan de St Jacobsgilde opdracht gegeven de gevraagde inlichtingen te verstrekken. ‘Ter ordinaire wetsvergaederynghe in camere van den 12 Februari 1739’ werd besloten de lijst der visschers in 't nette geschreven ‘af te senden’ met volgend begeleidend schrijven: ‘Hebben de eere UEd. hiernevens te doen behandighen eene pertinente lyste van den nombre van de stierluyden ende matroosen, dewelcke sijn gheemployeert ende connen worden tot den vischvangh ghetrocken ende gheformeert uyt de rollen van d'équipagen aen ons respectivelick met naem ende toenaem gheproduceerd, by middel van welcke verhopende aen d'orders van haere Doorlughtighe Hoogheyd te sullen connen voldoen.’ In aanhangsel volgde dan: | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||
Lyste van stierluyden ende matroosen, dewelcke composeren de Gulde van St Jacob onderhouden bij de vrije visschers binnen deser stede ende Port van Nieuport, bevaerende seventhien chaloupen ende drije hoeckerschepen soo volght: Als merkwaardigheid geven we hieronder nu de samenstelling der manschappen van de drie laatstgenoemde IJslandschepen. Waar puntjes staan, konden we de namen niet voluit lezen daar de bescheiden beschadigd zijn. Waar de manschappen vermeld staan als zijnde van Oostende, moet aangenomen worden dat ze geboortig waren van deze laatste stad, maar te Nieupoort woonden. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||
I.Den Onderschreven Bouckhouder van den schepe genamt De Stadt Zierickzee van Nieupoort jaerlyckx vaerende op Yslant, gemonteert met twalf man, de ciepajie lest gearriveert, commende van Yslant op den 25 September 1738, ende met name als navolght:
date desen 6 Februari 1739 (get. Pieter Winnaert.) | |||||||||||||||||||||||||||
II.Liste van de Equipagie van den Houcker ‘De Stadt Nieuport’ gevoert naest Godt bij Schipper Mattheus Meynne in zijnne laste uytreijse naer Yslandt den 18 May 1738 ende ter retour tot Nieuport den 25 September daer naer
| |||||||||||||||||||||||||||
III.
|
Francois Vroome | van Nieuport. |
Joan Kempe | van Ostende. |
David Bacque | van Ostende. |
Joan Robbe | van Oostende |
Joan Minne | van Nieuport. |
Estienne Fernandez | van Nieuport. |
Estienne Gevyl | van Nieuport. |
Guillaume de Bruynne | van Nieuport. |
Pierre Ghyselinck | van Nieuport. |
Louis Masselain | van Nieuport. |
Martin Reyn...... | van Nieuport. |
Francois Van Sluys? | van Nieuport. |
Daniel de Moor | van Nieuport. |
J. Filliaert.
- voetnoot(1)
- H. Van Houtte. Histoire économique de la Belgique à la fin de l'Ancien Régime. Gent, 1920, bl. VII en 17, nota 1.