Mengelmaren
Apis Romana. - Vergilius' Aeneis, V, 114 vlg.
Een spannend stuk voor onze jonge humanisten der Dichtersklasse, deze roeiwedstrijd, een der lijkspelen door de Trojanen te Acesta (Sicilië) op den verjaardag van Anchises' dood ingericht. Vier schepen, de beste roeiers van de vloot, loopen om den prijs; hun latijnsche namen zijn: Pristis, Chimaera, Centaurus en Scylla, aldus genoemd naar hun galjoenbeelden.
Liever dan die latijnsche namen bij de vertaling te behouden, laat ik de jongens zoeken naar een passenden Vlaamschen naam. Op de Chimaera vinden ze gemakkelijk De Drake. Voortgaande op Homerus' Odyssea, die het Sirenen-eiland dichtbij de Scylla-klip stelt, maken we een sprong en doopen de Scylla met den innig Vlaamschen naam De Meerminne.
Op den Centaur zet ik tot aller voldoening: De Wildeman, na een woordjen uitleg over de Wildemans nevens onze stadswapens, over den Wildeman in Vondel's Leeuwendalers en over het ‘jagen van den Wildeman’ in de Germaansche overlevering.
Als ik dan wijs op onze oude, echt Vlaamsche uithangborden en huisnamen met Drake, Wildeman en Meerminne, dan lees ik in veler oogen dat zij iets snappen van het humanisme onzer eigene Vlaamsche overlevering.
Blijft nog de Pristis, een soort walvisch of walrus. De herinnering aan den Dierentuin doet bij sommigen De Zeeleeuw bovenzwemmen en... daar schieten ze vooruit, met krachtigen riemslag: Drake, Wildeman, Meerminne en Zeeleeuw...
Ik ondervind dat de jongens deze ‘hunne’ schepen volgen met meer spanning en genot dan vroeger, toen wij, philologisch getrouw (?), de Latijnsche scheepsnamen behielden.
A.V.