Biekorf. Jaargang 42
(1936)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVardenaerspolder.Zelden of nooit werd een uitgestrekte dijkenlijn in één trek aangelegd. 't Ging altijd zoo: gedurende eeuwen en eeuwen werd geleidelijk, stuk voor stuk, een gebied ingepolderd, totdat eindelijk in een tijd van hevigen watervloed en overstroomingen de uiterste dijkenlijn, ontstaan door de aaneensluiting van vele opeenvolgende dijken, versterkt en zelfs rechtgetrokken werd. Aldus ontstonden de twee groote dijkenstelsels van 't Noorden: Evendijk - Kalverkeedijk - BloeloozendijkGa naar voetnoot(1) en Gravejansdijk. De talrijke dijken die den Kalverkee- | |
[pagina 156]
| |
dijk en den Gravejansdijk verbinden en polders van elkaar scheiden, leveren het beste bewijs, dat de Gravejansdijk niets anders is dan een uiteindelijke versteviging der aaneensluitende zeewaartsche deelen der inpolderende dijken. Deze versteviging, bekroning van een werk van vier eeuwen, geschiedde zeker vóór de tweede helft der 15e eeuw, naar alle waarschijnlijkheid onder Jan Zonder Vrees, Graaf van Vlaanderen en Hertog van BourgondiëGa naar voetnoot(1). Dóór Knokke-dorp heeft de eigenlijke Gravejansdijk nooit geloopen. Van af het oostelijk uiteinde van den Papenpolder op Knokke tot aan den Pasteurdijk (= Heistsche Gravejansdijk), dus over een lengte van een paar kilometers, wordt de Gravejansdijk vervangen door een duinenrij, waarvan thans nog veel is overgebleven (o.m. de hil te Knokke waarop villa Dovecot staat). Doch daarover later! Een oude polder, Vardenaerspolder, ligt tusschen twee dijken, die den Kalverkeedijk met deze duinenrij verbinden. Het zijn eenerzijds de Knokkendijk en Kragendijk en anderzijds een dijk, wiens naam wij niet gevonden hebben, maar wiens plaats ons gewezen wordt door de oude straat van den Kalverkeedijk naar de duinen, gedeeltelijk in 't gescheed van Knokke en Heist (langs de hofsteden Meysman en Paeye). De Knokkendijk begon aan 't Dorpsmolentje (stond op bovenvermelde duinenrij)Ga naar voetnoot(2), liep waar thans de Kerkstraat, de Smedenstraat en de Westkapelsche calcijde liggen (met eenige kleine afwijkingen) tot aan de wijk Driewegen. Vandaar af werd hij door den Kragendijk (soms verkeerdelijk Kraaiendijk genaamd), d.w.z. de huidige calcijde van Driewegen naar Westkapelle, met den Kalverkeedijk verbonden. Dezen Knokkendijk - zijn naam bewijst het - moet in de oudste geschiedenis van Knokke een voorname rol gespeeld hebben. Wij durven beweren dat Knokke aan het aanleggen van dezen dijk zijn ontstaan dankt. Het oudste Knokke was waarschijn- | |
[pagina 157]
| |
lijk een bescheiden visschersvlekje achter dezen Knokkendijk, zeker niet ouder dan de 11e eeuw. Wij gelooven niet dat de legende van Sint Guthago met den oorsprong van Knokke iets te maken heeft! Toen J. Opdedrinck zijn uitstekend boek over Knokke schreef,Ga naar voetnoot(1) waren al deze historisch-topografische feiten hem onbekend, vandaar dat hij het vraagstuk van den oorsprong dezer gemeente niet heeft kunnen oplossen. Maar laten wij terugkeeren tot Vardenaerspolder. De zoo even afgebakende polder (tusschen dijken en duinen) werd door een voormalige schorrenkreek in twee stukken verdeeld. Het is de z.g. NoordwatergangGa naar voetnoot(2), scheidingswatergang van Knokke en Westkapelle aan beide kanten van den Kragendijk, een zeer kronkelend water. Een deel van dezen waterloop werd opgenomen in den Isabellavaart. Wij krijgen aldus twee deelen van den polder: het noordelijk deel, dat het 10e en 11e begin van Groot-Reigarsvliet bevat, en het zuidelijk deel met de westelijke stukken van het 4e en het 5e begin (ten W. van den Kragendijk) en geheel het 6e, 7e en 8e begin derzelfde wateringe. Het is alleen dit zuidelijk deel dat door de oude ommeloopers Vardenaerspolder genaamd wordt, dwz. polder van Vardenaer, een persoonsnaam. De grenzen van Vardenaerspolder zijn dus: ten N. de bovenvermelde Noordwatergang (gedeeltelijk thans Isabellavaart) en de Knokkendijk, ten O. de Kragendijk vanaf Driewegen tot den Kalverkeedijk, ten Z. deze Kalverkeedijk en ten W. de straat, die van den Kalverkeedijk tot aan den Isabellavaart (en verder tot aan de duinen) strekt. Wij zien aldus dat de studie van Vardenaerspolder ons gebracht heeft tot het vraagstuk van Knokke's oorsprong. Om te sluiten een vraagje: welke lezer van Biekorf kan er ons iets zeggen over den persoonsnaam Vardenaer? Jozef De Langhe. |
|