vreemden dorschvloer. Bakt krenten in de koeken, rozijnen in 't koekebrood, ('t is een kermisse lijk moeder dat kan bakken!) maar om de liefde Gods, 'n dient geen podding op voor brood!
Vroeger en verschoot een Vlaming er niet in, vreemde talen te kennen: g en zaagt dat niet op zijn wezen en g en hoordet niet aan zijn taal: hij bleef eigen Vlaamsch en Nederlandsch. Hij wist met smaak en gevoel uit den vreemde over te nemen en over te zetten. Dat was Vlaamsche beschaving! Al te veel klerken die nu zoo schermen met de Vlaamsche cultuur, onze ontdekkers van Amerika en Vlaanderen, zij moeten dat vreemd goed niet meer schiften en zuiveren: zij gapen en slikken en zwelgen 't en... zwellen lijk Lamme Goedzak en meenen dat de geest van Vlaanderen hen vervult... Laat Tijl er maar eens op trommelen, en 't bedrog moet uitkomen.
Want Tijl leeft nog, en zingt nog, en, is Lamme tenden asem, Tijl en is nooit tenden gezongen. Zijn lied is altijd nieuw en jong: 't is leven immers en ziele, en dat en vergaat nooit! Zoo Biekorf telken jare eenige klanken van dit onsterfelijke lied kan opvangen en vastleggen, dan is het dank aan Uwen steun en medehulp, beste Lezers en Medewerkers; met Uwe trouwe begeleiding: vooruit dan maar: de twee-en-veertigste klausel van 't liedje dat nooit tenden is!
't Berek.
- B.L. Uwe vijf-en-twintig frank, (buiten 't Land: 6,50 belga) voor het jaar 1936 storten en overschikken op de Rekening 2335.37, zooals aangewezen onder onzen Blok, dien vele vrienden wel zullen goedgunstig zijn.