Biekorf. Jaargang 41
(1935)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKlein Reigaarsvliet.IN onze bijdrage over het Hof van Reigaarsvliet te Westkapelle (Biekorf 1933, blz. 232-236) schreven wij: ‘Op den volksmond is Reigaarsvliet de naam van een groote hofstede in het 33e begin der wateringe van Greveninge..... (Kad. ligging: Sectie nr 155)..... Hier hebben we in ieder geval niet het oude Reigaarsvliet, maar zonder twijfel een leen ervan uit den tijd van het aanleggen van den Gravejansdijk’. Dit vraagstuk hebben wij sedertdien volledig kunnen oplossen. De opeenvolgende inpolderingen op den rechteroever van het Oude Zwijn, op het grondgebied van Westkapelle en Sinte Anna ter Muiden zijnGa naar voetnoot(1): 1. - De Groot-Reigaarsvlietpolder ingewonnen door het aanleggen van den Blooloozendijk. Leenhof: Groot-Reigaarsvliet. 2. - De eigenlijke, oorspronkelijke Greveningepolder, ingewonnen door het aanleggen van den Greveningedijk. Is de bakermat van Sinte Anna ter Muiden, 3. - Baespolder, ingewonnen door het aanleggen van een dijk loopende van den dijk van het Nieuweland (= monding van het Oude Zwijn, 26e begin van Greveninge) naarden Greveningedijk. Deze dijk was in de 16e eeuw reeds geplaneerd en staat in de Ommeloopers (b.v. | |
[pagina 95]
| |
Omm. van Greveninge 1602) bekend als Baesdreve (thans verdonkerd). Baespolder omvat alleen het 27e begin van Greveningewateringe. 4. - De eigenlijke Klein-Reigaarsvlietpolder, ingewonnen door het Hof van Groot-Reigaarsvliet door het aanleggen van een dijk loopende van den dijk van het Nieuweland naar den Greveningedijk. Deze dijk werd in den Spaanschen tijd volledig geplaneerd. Alle sporen ervan zijn thans verdwenen. Alleen de ligging der grondperceelen laat zijn voormalig bestaan a posteriori erkennen. Hij wordt in de Ommeloopers der 16e en 17e eeuw genaamd: dijk jegens den Noordpolder, en ligt tusschen het 29e, 32e en 34e begin van Greveninge binnenzijds en het 30e, 31e en 35e begin derzelfde wateringe buitenzijds. Op de kaarte van Pourbus van 't Vrije (einde 16e eeuw) staat hij aangeduid. Het terugvinden en nauwkeurig situeeren van dezen dijk is een zeer belangrijk punt geweest in onze geschiedkundig topographische en toponymische opzoekingen van het oude polderland van 't Noorden. De eigenlijke naam van den dijk zou zijn: dijk van Klein-Reigaarsvliet. Deze Klein-Reigaarsvlietpolder werd genaamd naar de groote hofstede van Klein-Reigaarsvliet, leen van Groot-Reigaarsvliet, in dezen polder opgericht. Deze hofstede is niets anders dan het bovenvermelde thans genaamde Reigaarsvliet. Dit leen dagteekent dus niet uit den tijd van het aanleggen van den Gravejansdijk zooals wij vroeger schreven (alhier 1933, bl. 236). Het is ouder. De Gravejansdijk op Westakpelle dagteekent uit het begin der 15e eeuw. De Klein-Reigaarsvlietpolder werd zeker één of anderhalve eeuw vroeger ingewonnen. Deze polder wordt dus begrensd door den dijk van 't Nieuweland jegens den zeearm of monding van 't Oude Zwijn, den dijk jegens den Noordpolder of toenmaligen Zeedijk, den Greveningedijk en den Baespolderdijk (Baesdreve). Hij omvat de volgende beginnen van Greveninge: 16, 17, 28, 29, 32, 33, 34 en 36. In dezen polder lagen de twee Geulen van Reigaarsvliet: de Groote Geule, voormalige breede kreek in het schorren- | |
[pagina 96]
| |
land, en de Kleine Geule, vertakking van de Groote Geule en later doorgegraven als verbinding tusschen 't Oude Zwijn en de Groote Geule. Op dat zeer gewichtige vraagstuk der Geulen van Reigaarsvliet zullen wij een andere maal terugkeeren. 5. - De Noordpolder, ingewonnen door het aanleggen van den Gravejansdijk in het begin der 15e eeuw. En vervolgens de jonge polders waarover wij in deze bijdrage niet spreken zullen. *** Door Klein Reigaarsvliet verstaan wij dus op de eerste plaats de oude, groote hofstede, leen van Groot-Reigaarsvliet, die haar naam gegeven heeft aan den polder van Klein-Reigaarsvliet. Later werd deze naam uitgebreid tot den tiendehoek, die naast de bovenvermelde beginnen in den polder van Klein-Reigaarsvliet ook nog het 27e begin in Baespolder en het 30e en 31e begin in den Noordpolder omvatte. Door verdere uitbreiding van den naam werd ook de gansche watering van Greveninge soms watering van Klein-Reigaarsvliet genaamd. Jozef De Langhe. |
|