Biekorf. Jaargang 40(1934)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] De klokken De klokkeklanken walmen om den toren, Die hoog zijn spitse rekt, waar 't kruis verstart, En zinken zacht in verre straat verloren... De klokken kloppen, kloppen aan mijn hart. O 't zalvend zingen van de verre klokken, Dat siddert onder natte wolkenlucht, En deinend daalt in lange klankenlokken... O levend lied, waarin iets heiligs zucht! 'k Hoor psalmen stijgen onder verre bogen, En bidden in de witte kloostervree. Een diepe weergalm heeft de ziel bewogen: De klokken kleppen 't hart vol hemelswee. 16-IX-33. Bruno Baldwins. Vorige Volgende